Menu Sluiten

Portretgalerij.

“80 jaar na dato”

Jan Doornbos.

Veel mensen denken bij de Tweede Wereldoorlog vooral aan de situatie in Nederland, aan Duitsland of aan de jodenvervolging. Maar ook in Nederlands-Indië werd gevochten en daar waren veel Nederlanders bij betrokken, ook uit de voormalige gemeente Ten Boer. Eén van hen was de bekende generaal Pesman uit Thesinge, maar ook minder bekende Tenboerster zijn in Indië terechtgekomen en vonden daar vaak de dood. Eén van hen was Jan Doornbos uit Woltersum. Hij werd op 15 januari 1912 geboren als zoon van slager Remko Doornbos en Jakobina Dreise. Zelf werd Jan monteur en later boordwerktuigkundige in het Nederlands Indisch Leger.

Op 22 april 1938, op zijn 26-ste, trouwde hij met Hilje Koopman uit Wittewierum. Het was een huwelijk bij volmacht, want hij woonde in Bandoeng in Indië en Hilje in Overschild. Trouwen met de handschoen, zoals het in de volksmond heette, kwam destijds regelmatig voor. Soldaten die in Indië gelegerd waren, kwamen hooguit eens per jaar met verlof en meestal nog minder vaak. Er werd ieder apart voor de wet op dezelfde dag op de eigen locatie getrouwd, waarbij de ‘stand-in’ als bruidegom bij de vrouw vaak een broer of neef was. In het geval van Jan en Hilje was in Ten Boer de gevolmachtigde Klaas Hendrik Koopman en waren Jan’s jongere zus Auke en een schoonzus van Hilje de getuigen.

Op 26 januari 1942 werd Jan met vier andere Nederlandse bemanningsleden nabij Koepang (Timor) aan boord van een B-10 vliegtuig, de Grumman P.K. – A.F.S.G. 21, neergeschoten. Hij was nog maar 30 jaar. Hij had inmiddels wel een dochtertje, zoals blijkt uit de correspondentie die zijn vrouw Hilje veel later voerde met de Oorlogsgravenstichting.

Hilje hertrouwde in 1949 en woonde in Alkmaar toen ze in 1967 werd benaderd door de Oorlogsgravenstichting over het graf van haar eerste man Jan in Indië. Hij was in eerste instantie begraven in Koepang op Timor, de plek waar hun vliegtuig was neergeschoten, maar Indonesië was in overleg met de Nederlandse Stichting Oorlogsgraven bezig met het herbegraven van slachtoffers van de oorlog op een aantal grote erevelden. Jan Doornbos en zijn vier mede-inzittenden, Kees ten Cate, Frits Ruyter, L.E. Goedhart en Ch. Th. Weidner, zouden worden herbegraven op het ereveld Kembang Kuning in Surabaya. Op Kembang Kuning werden meer dan 5.000 burgerslachtoffers van de kampen op Oost-Java begraven, maar ook militairen van de Koninklijke Landmacht, het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) en de Koninklijke Marine. Centraal op de begraafplaats staat het Karel Doorman-monument, dat herinnert aan de Slag in de Javazee in 1942, met daarvoor de ‘graftombe voor de onbekende zeeman’.

De Stichting was op zoek naar adresgegevens van familieleden van Cornelis (Kees) ten Cate en van radio-telegrafist Frits Ruyter. Ook hun lichamen zouden worden overgebracht naar Kembang Kuning en men wilde de familie informeren. Hilje Koopman kon de Stichting helpen aan het adres van de weduwe van Frits Ruyter, want die had haar in 1949 vanuit Bandoeng een uitgebreide brief gestuurd.

Mevrouw Ruyter-Adeboi schrijft dan dat ze geen contact meer had met vrienden en collega’s van haar man, maar via via aan het adres van Hilje Koopman was gekomen. Op het moment dat ze de brief schrijft is ze vanuit Bandoeng naar Koepang gereisd om het graf van haar man Frits te bezoeken. Ze geeft een lyrische beschrijving van de laatste rustplaats van de vijf vliegeniers in Koepang:

“Zij geven een prachtige, mooie verzorgde indruk; het geheel is niet somber, omdat het er licht is, bloeiende kambodjabomen zorgen voor geregelde natuurlijke bloemenregen op de zerken, de sterke middag – en avondwind waait ze er dan weer van af. Het front is gekeerd naar de vriendelijke, blauwe baai, een paar tientallen meters afdalend van de zerken waar men de golfslag kan zien aankomen en afdrijven van de zee en waar ik op het strand schelpen raapte.”

En even verderop schrijft ze:

“Mevrouw Doornbos, deze brief dient om u te zeggen dat u gerust kunt zijn: de laatste rustplaats van onze mannen wordt goed verzorgd (…). Iemand opperde het voorstel voor een herbegrafenis op het Ereveld, maar dat is niet nodig. Zoals onze mannen daar gelegen zijn, is het beter en mooier dan op welk Ereveld ter wereld ook maar.”

Uiteindelijk zal het plan om de graven te concentreren op een aantal grote erevelden toch worden uitgevoerd, maar voor mevrouw Ruyter had het duidelijk niet gehoeven.

In 1988 is Hilje Koopman met haar dochter C.J. Doornbos naar Indië geweest om het graf van Jan in Surabaya te bezoeken. In 1968 had ze nog laten weten aan het reisfonds van de Oorlogsgravenstichting dat ze “persoonlijk niet zoveel waarde hechtte aan een graf”, maar mogelijk dacht haar dochter daar anders over. Wel had ze in 1967 na de herbegrafenis gevraagd om foto’s van het nieuwe graf van haar man. Die foto’s én het bijbehorende negatief werden haar toegestuurd door de Oorlogsgravenstichting. In 1999 is Hilje Boon-Koopman, de weduwe van Jan Doornbos, in Alkmaar overleden. 


bron: Nat. Archief.

Eerder gepubliceerde portretten 2025:

Cohen Rosetta, 29 januari.

Boerma Egbert, 11 maart.

Borg van der Reinder, 14 maart.

Deelman Johannes, 27 februari.

Dijk Jan, 27 februari.

Dreise Klaas, 27 februari.

Elsinga Tjeerd,19 februari.

Hasselt Hartog van 29 januari.

Heys Hendrik, 12 maart.

Iddekingen Alko van, 22 januari.

Kwant Theda en Jan, 15 januari.

Medema Kornelis Willem, 5 februari.

Mulder Harm, 12 februari.

Noorman Berend Harmen, 4 maart.

Reddingius Grietje, 6 maart.

Sundermeyer, Cornelis, 18 maart.

Sybenga Auke Anton, 5 maart.

Veldhuis Albert, 20 maart.

Woldering Roelof Martinus, 19 maart.

Zeldenrust Nanning, 26 februari.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *