Andries Meijer, 1775-1862, leefde, werkte en woonde in Stedum. Hij was een voorvader van Mozes Meijer Ten Boer.
Tijdens het zoeken naar gegevens rond deze familie kwamen we de volgende feiten tegen:
Als woonadres van Andries Meijer en zijn vrouw Geertje Emanuels de Bruin staat in de geboorteakten van Mindel en Lazarus Andries, Stedum no. 7 vermeld. Bijzonder is ook dat bij de getuigen van de aangifte het adres staat: Mozes Grondveld, vleeshouwer wonende Stedum in No. 5 en Jacob Pieter Haverkamp broodbakker wonende Stedum in No. 6.
De aangiften zijn gedaan bij de Schout tevens officier van de Burgerlijke stand in Stedum.
Uit het boek blz. 453 Joden N-O Groningen, J.H. Vey Mesdagh:
Het jaar 1813.
Moses Gronsveld, hij woonde namelijk in het huis met een uithangbord waarop “Fortuijn”. Dit huis stond aan de westzijde van de Hoofdstraat, vanaf de Molenstraat het derde huis. Op die plaats is nu een garagebedrijf. (Weesepoel ?) Hoofdstraat 28 ?
Het desbetreffende huis was lang een herberg geweest en was door Moses Gronsveld in 1799 van de weduwe Mozes Lazarus gekocht.
In 1813 is er sprake van dat de Joden de beschikking hebben over een synagoge te Stedum aan het huis van Moses Gronsveld. Dit pand stond aan de westzijde van de Molenstraat.
Andries Meijer was in 1803 knecht bij Mozes Gronsveld (slager en manufacturen).
In 1804 leende Meijer 800 gulden aan Gronsveld.
Lammert Meier Gans laat in 1805 beslag leggen op de goederen van Mozes Gronsveld, daar is een lijst van opgesteld, die begint met een uurwerk.
Andries Meijer koopt op een boeldag, jaartal onbekend, voor 0,45 cent aan planken en 14,50 gulden voor een klok. Omgerekend naar deze tijd in euro’s was dit maar liefs 325 euro.
(bron: uit het archief, 1812-1832, van notaris Elias Dull te Appingedam.
Andries Meijer.
Er is geen huwelijk van Andries en Geertje te vinden in de boeken van stad en ambt Hardenberg, en van Stedum kan ik geen burgerlijke trouwregisters vinden en ook geen aktes van naamsaanneming.
Wel is er een transcriptie va het registre civique van 1813 voor het kwartier Appingedam waarin een geboortedatum van Andries Meijer wordt vermeld: 01.05.1775.
De volkstellingen en het bevolkingsregister van Stedum leveren het volgende op:
volkstelling 1830 Stedum, huis#41: Andries Meijer, 55jr, Gaarsheim.
volkstelling 1840 Stedum, huis#41: Andries Meijer, 65jr, Gaarnheim.
bevolkingsregister Stedum, scan 75;
Andries Meijer was belastingplichtig.
Jaarboekje voor het Israëlitisch Kerkgenootschap voor het jaar 5602-5603 (1841)
Tot 1821 was Stedum een zelfstandige Joodse Gemeente. In genoemd jaar werd het bij Appingedam gevoegd en verkreeg de status van ‘bijkerk’.
In 1877 verkreeg de gemeente weer haar zelfstandigheid onder de naam van Nederlands Israëlitische Gemeente Stedum/Loppersum.
Hun kinderen:
Abraham Andries Meijer * 1805 – 1857, (Sophia van Geuns, de vrouw van Abraham, zij is overleden in 1874, en begraven in Loppersum). * zie onderaan
Jette / Judith Andries 1809 – 1872, begraven in Loppersum,
Mindel Andries 1814 – 1878, zij is begraven in Winsum.
Lazarus Andries 1816 – 1886 en Elsje Andries 1820 – 1902.
Andries en Geertje zijn beiden in Stedum overleden.
De overlijdensakten van Andries en Geertje:
21.01.1862 Andries Meijer, 89jr, laatste gewoond hebbende te Stedum, geboren te Kaartsheim, Koningrijk Pruisen, weduwnaar van Geertje Emanuels de Bruin, zijnde de namen der ouders van den overledene de aangevers en familie onbekend [hier, Stedum]
22.09.1853 Geertje Emanuels de Bruin, 78jr, laatst gewoond hebbende te Stedum, geboren te Hardenberg provincie Overijsel, ehevrouw van Andries Meijer te Stedum, dochter van Emanuel de Bruin en van Mendel, zijnde de naam der moeder verder niet bekend [hier, Stedum]
De overlijdensakten van haar ouders:
15.04.1813 Miene Josephs, 61jr, echtgenote van Emanuël de Bruin, te Heemse meergemeld woonende, zijnde de overledene te Amsterdam gebooren, en waaren diens wijlen ouders Joseph Meijer en Sara Barugs. ten huize n°14 [hier, stad Hardenberg]
24.04.1821 Emanuel de Bruin, 82jr, weduwenaar van wijlen Mine Joseph, zoon van wijlen Israël Emanuel en vrouwe Annegje Rubens, in leven kooplieden te Heemse [hier, ambt Hardenberg]
en de volkstelling van 1795 van Heemse waar zij woonden [hier]
.
Begraafplaats.
Aanvankelijk begroeven de Joden uit de door ons genoemde dorpen hun doden op de joodse begraafplaats te Appingedam. In 1863 huurde men voor 100 jaar een stuk grond van de gemeente Loppersum en richtte dat in als begraafplaats.
Deze begraafplaats bevond zich op de hoek van de Molenweg met de Schepperij. In 1886 verkregen de Joden een stuk grond op de algemene begraafplaats. Hierop staan thans nog 25 stenen.
I
Izak Levijs van Dam is in Leek op 29 mei 1814 geboren, hij is in december 1909 overleden. Zijn huwelijk was in 1840 met Elsje Andries Meijer.
Hun dochter, Jette is op 7 maart 1909 overleden in Stedum.
Izak ouders waren, Levij Izaks van Dam en Rebekka Jakobs Zilverberg.
Van Dam had zijn slagerij in de Kaakstraat op nr. 1. Het vroegere zgn. Jodenhuis. Jarenlang heeft er een familie Schreuder gewoond, samen met een huisgenoot Kaai Scheppers. Het huis staat er nog steeds. Na zijn dood heeft het een tijdlang leeggestaan. De koper, nu de huidige eigenaar, heeft het helemaal gemoderniseerd.
bron: Nw. Iseaelietisch weekblad 19 januari 1906.
bron: Nw. Israelietisch weekblad, 10 oktober 1930.
De Gebr. van Dam waren de zonen van; Izak Levijs van Dam en Elsje (Elsien) Andries Meijer.
Andreäs is geboren in 1845 en Jacob van Dam geboren in 1847 te Stedum. Ze zijn hier ook overleden, de oudste het eerst in 1930 en in 1931 was het overlijden van Jacob.
Kleinzoon, Andreäs van Dam is vernoemd naar zijn grootvader, Andries / Andreas Meijer.
Die kwam via Duitsland, Hardenberg naar Stedum, eind 1700-begin 1800.
bron: NvhN 6 december 1924.
bronnen:
J. Lalkens, secretaris Stichting Historie Stedum, Beeldbank Groningen, Open Archieven, Delpher, Peter Busman, Pia Kort-Heijnen en geschiedenisbibliotheek Groningen.
Ten Boer, 15 april 2023.
Albertus Groeninga
* Gratis Gezien door ?? onder N 567 te Appingedam den vierden Julij 1800 acht en dertig blijkens hier aangehaald Certificaat van onvermogen.
De ontvanger
(handtekening niet te lezen)
In Naam des Konings!
De Regtbank van eersten aanleg, zitting houdende te Appingedam.
Gezien de acte van bekendheid, opgemaakt door den Heer Vrederegter van het Kanton Loppersum, den achttienden Julij achttien honderd acht en dertig, behoorlijk gratis geregistreerd, constaterende dat Abraham Andreas Meijer, Vleeschhouwer, te Ten Post geboren is te Stedum op den Achttienden Meij 1800 vijf, uit het huwelijk van Andries Meijer, Vleeschhouwer en Geertje Manuels, Ehelieden.
Gelet op het bewijs van onvermogen door den Heer Burgemeester der Gemeente Ten Boer, den vijftienden Junij bevorens, aan Abraham Andries Meijer, voormeld, afgegeven.
Gezien het bevel van mededeeling aan- en de conclusie van den Heer Officier van Justitie,
strekkende, tot homologatie der acte van bekendheid voormeld.
Gehoord Mijn Heer den Regter van Lijphart, Regter Rapporteur in dezen, in deszelfs rapport.
Gezien art 72 van het Burgerlijk wetboek.
Overwegende, dat de bijgebragte redenen, waardoor hij Abraham Andreas Meijer verhinderd wordt eene doop of geboorte akte te produceren, en de verklaringen der getuigen, zijnen ouderdom constaterende, voldoende zijn.
Homologeert de akte van bekendheid voormeld.
Aldus gedaan in de Raadkamer der Regtbank van eersten aanleg, zitting houdende te Appingedam, de dertigsten Junij achttien honderd acht en dertig. Tegenwoordig Mijne Heeren Mrˢ. Wichers fung.d President, van Lijphart en Jonkheer de Marees van Swinderen, Regters en de Griffier – was getekend J.C. Wichers fung. President.
De Griffier Chr. Th. Wenniger
Gratis geregistreerd. twee bladen geen renvooijen te Appingedam den vierden Julij 1800 achtendertig deel zesendertig folio negenentwintig Vak vijf blijkens hierin aangehaald Certificaat van Onvermogen.
De Ontvanger
(handtekening niet te lezen)
In Naam des Konings!
De Regtbank van eersten aanleg, zitting houdende te Appingedam.
Gezien de acte van bekendheid, opgemaakt door den Heer Vrederegter van het Kanton Loppersum, den achttienden Julij achttien honderd acht en dertig, behoorlijk gratis geregistreerd, constaterende dat Abraham Andreas Meijer, Vleeschhouwer, te Ten Post geboren is te Stedum op den Achttienden Meij 1800 vijf, uit het huwelijk van Andries Meijer, Vleeschhouwer en Geertje Manuels, Ehelieden.
Gelet op het bewijs van onvermogen door den Heer Burgemeester der Gemeente Ten Boer, den vijftienden Junij bevorens, aan Abraham Andries Meijer, voormeld, afgegeven.
Gezien het bevel van mededeeling aan- en de conclusie van den Heer Officier van Justitie,
strekkende, tot homologatie der acte van bekendheid voormeld.
Gehoord Mijn Heer den Regter van Lijphart, Regter Rapporteur in dezen, in deszelfs rapport.
Gezien art 72 van het Burgerlijk wetboek.
Overwegende, dat de bijgebragte redenen, waardoor hij Abraham Andreas Meijer verhinderd wordt eene doop of geboorte akte te produceren, en de verklaringen der getuigen, zijnen ouderdom constaterende, voldoende zijn.
Homologeert de akte van bekendheid voormeld.
Aldus gedaan in de Raadkamer der Regtbank van eersten aanleg, zitting houdende te Appingedam, de dertigsten Junij achttien honderd acht en dertig. Tegenwoordig Mijne Heeren Mrˢ. Wichers fung.d President, van Lijphart en Jonkheer de Marees van Swinderen, Regters en de Griffier – was getekend J.C. Wichers fung. President.
De Griffier Chr. Th. Wenniger
Gratis geregistreerd. twee bladen geen renvooijen te Appingedam den vierden Julij 1800 achtendertig deel zesendertig folio negenentwintig Vak vijf blijkens hierin aangehaald Certificaat van Onvermogen.
De Ontvanger
(handtekening niet te lezen)
In Naam de Konings!
De Regtbank van eersten aanleg van het Kwartier Appingedam, Provincie Groningen, zitting houdende te Appingedam, heeft op onderstaande rekeste en acte van bekendheid het navolgend vonnis gegeven.
Aan Heren fungerend President en Regters,
No 89 uitmakende de Regtbank van eersten aanleg
te Appingedam.
Geeft eerbiedig te kennen, Sophia Levies van Geuns, van beroep naaister, wonende te Ulrum: dat zij het voornemen heeft om zich binnen kort in den echt te begeven, en dat huwelijk voor den Ambtenaar van de burgerlijken stand ten plaatse harer woning te voltrekken.
Dat suppliante, geene geboorteakte kunnende bekomen, in derselver plaats voor den Heer Vrederegter van het Kanton Winsum, eene akte van bekendheid heeft doen opmaken, welke ingevolge art. 72 B.W. aan deze Regtbank ter homologatie moet worden aangeboden.
Weshalve suppliante de vrijheid neemt reverentlijk te verzoeken:
Teneinde het de Regtbank moge behagen na te hebben gehoord den Heer Officier van Justitie, de hierbij overgelegde akte te homologeren.
was getekend,
H.A. Winkers, Prokureur
(volgt de akte van bekendheid).
Expeditie.
Op heden den twintigste Junij achttien honderd acht en dertig, compareerden voor ons Mr Anthonius Beckeringh, Vrederegter van het Kanton Winsum, Kwartier Appingedam, Provincie Groningen, Levie Hartog van Geuns, Vleeschhouwer, Egbert Jacob Rietema, Landbouwer, Salomon Levie van Hessen, Vleeschhouwer, Jan Tjipkes Koster, Veldwachter in de Gemeente Ulrum, Jacob Pieters Buitjes, Koopman van beroep, alle vijf te Ulrum woonachtig, Alje Abels Bolhuis, Schoenmaker, wonende te Winsum en Derk Pieters Boudewijn, zonder bepaald beroep, wonende te Obergum, bij de wet bevoegde getuigen, dewelke des verzocht aan ons hebben verklaard, wel te kennen de persoon van Sophia Levies van Geuns, naaister, wonende te Ulrum, Zijnde eene dochter van Levie Hartog van Geuns opgemeld, en van deszelfs echtgenoote Hester Meijer, zonder beroep, bij hem inwonende en wel te weten, dat zij is geboren op de Zoutkamp in de Gemeente Ulrum, in de maand September achttien honderd en tien, zonder daarvan de juiste dagteekening allen te kunnen opgeven en waarvan zij tot reden van wetenschap gaven, de eerst gemelde als vader, de derde genoemde, wegens de familierelatie als oom van haar en de overigen zij zich zulks zeer goed wisten te rappelleren wegens langdurige Kennis en verstandhouding met hare ouders; de tweede, vierde en vijfde gemelde bijzonder als toen reeds in de Gemeente Ulrum wonende, verklarende voorts de Comparanten dat het hun wel bewust is, dat gezegde Sophia Levies van Geuns niet in de gelegenheid is een doopcedeel of geboorte acte te bekomen, omreden zij tot de Israëlitische Godsdienst behoort, en ten tijde van hare geboorte de registers van de burgerlijken stand nog niet waren ingevoerd.
Waarvan wij deze acte hebben aangemaakt, die de Comparanten met ons en onzer Griffier hebben ondertekend te Winsum, alwaar wij onze gewone zittings houden op dag, maand en jaar, voorschreven.
Was getekend L.H. van Geuns, E.J. Rietema, S.L. van Hessen, J.T. Koster, J.P. Buitjes, A.A. Bolhuis, D.P. Boudewijn, Anth. Beckeringh, G.B. Hopma, Griffier.
Geregistreerd te Onderdendam, den negentwintigsten Junij 1800 acht en dertig, deel 11, folio w9 V, vak 5, met een blad en geen renvooijen, ontvangen met deze opcenten acht en negentig en anderhalve Cent. Acc. De Ontvanger Langeveld.
Voor Expeditie conform – geteekend G.B. Hopma, Griffier
Volgt het gegeven vonnis
De Regtbank,
Gezien het ten rekeste gedaan verzoek door Sophia Levies van Geuns, van beroep naaister, wonende te Ulrum.
Gezien eene expeditie der acte van bekendheid, opgemaakt door den Heer Vrederegter des Kantons Winsum, den twintigsten Junij achttien honderd acht en dertig, naar behooren op de minute geregistreerd.
Gezien het bevel van mededeeling aan den Heer Officier van Justitie, en de schriftelijke conclusie dien ten gevolge daarop gegeven, strekkende tot homologatie der onderwerpelijke acte van bekendheid.
Gehoord Mijn Heer den fungerend President Mr. J.C. Wichers in deszelfs rapport.
Gezien art. 73 van het Burgerlijk Wetboek.
Overwegende dat de bijgebragte redenen, de suppliante verhinderde eene doop of geboorte acte te bekomen, en de verklaringen der getuigen, haar ouderdom constaterende, voldoende zijn.
Disponerende op het gedaan verzoek: Homologeert de acte van bekendheid voormeld.
Aldus gedaan in de Raadkamer der Regtbank van eersten aanleg, zitting houdende te Appingedam, den een en twintigste Julij achttien honderd acht en dertig. Tegenwoordig Mijne Heeren Mrˢ Wichers, fungerend President, Jonkheer de Marees van Swinderen, Regter en Potter van Loon, Prokureur, bij verhindering van Regters, Regters Plaatsvervangers en Advocaten, - en de Griffies.
Was getekend
J.C. Wichers, fungerend President
De Griffier Chr. Th. Wenniger
Voor Expeditie, de Griffier
Gezegd vier bladen geen renvooijen te Appingedam den zevenentwintigsten Julij 1800 acht en dertig deel zesendertig folio achtendertig Vak zeven, ontvangen twee Gulden veertig Centen Registratie, en twee Gulden vijftig Centen Expeditieregt, bedragende met de drieëntwintig opcenten, tezamen zes Gulden drieëntwintig Centen.
De ontvanger
(handtekening niet te ontcijferen)