Menu Sluiten

De vier boeken van Mw.E.J.Huizenga-Onnekes.

In de periode 1928-1939 kwamen er vier boeken onder haar naam uit.

In 1928 verscheen bij uitgeverij P.Noordhoff “Het boek van Trijntje Soldaats”, zeventien verhalen versierd met houtsneden van Johan Dijkstra en gedrukt door H.N.Werkman te Groningen. In een oplage van 600 exemplaren, een x-aantal met ingekleurde afbeeldingen. Het materiaal was afkomstig uit een schriftje met verhalen in zijn kinderjaren(pl.m.1800-1804) opgetekend door Line’s betovergrootvader G.A.Arends.

bron: Theo Meder
bron delpher
bron delpher
bron delpher
bron delpher
bron delpher
bron boekenwinkeltje januari 2020
bron: de staart van de pauw, prof.dr. Theo Meder

Uit Trijntje Soldaats en de Torenstraat

Friso & vd. Kooi

” De verzameling Trijntje Soldaats is in meer dan één opzicht buitengewoon belangrijk. Hij is breed geschakeerd, vrijwel elk sprookjesgenre heeft er een plaats in gevonden en hij is één van de oudste sprookjesverzamelingen waarvan vaststaat dat hij uit mondelinge overlevering komt, ouder zelfs dan die van de gebroeders Grimm. “

” het maakt wel duidelijk dat deze verzameling niet alleen voor Groningen, maar ook voor het internationale sprookjes onderzoek van grote betekenis. Voor Groningen ook in de zin, dat zo belangrijke en succesvolle latere verzamelaars als Kornelis ter Laan en mevrouw Huizenga-Onnekes mede door haar geïnspireerd zijn.

uit KB nat. bibliotheek

In 1930 volgde ‘Het boek van Minne Koning’, met 23 verhalen, eveneens door Werkman en Dijkstra vormgegeven/geïllustreerd. Op basis van verhalen door oude Groningers verteld aan mevrouw Huizenga-Onnekes, noteerde zij ze zodanig, dat de spontane manier van vertellen leesbaar werd. De oude boeken ontlenen hun kwaliteit en status aan een wonderlijke samenhang tussen de wijze waarop de verhalen worden verteld en de vormgeving zoals die tot uitdrukking komt in de typografie en de illustraties. De typografie is een benadering van de primitieve boekdrukkunst met voor deze tijd moderne middelen, de houtsneden verbinden het expressionisme met de boekillustraties uit de Middeleeuwen. De inhoud gaf blijk van ‘…het feit dat het Groningse volk niet zoo rampzalig van verbeelding en dichterlijke zin ontbloot is als door den vreemdeling veelal gemeend wordt…’, schreef Herman Poort (de toenmalige literatuurpaus en lid van de kunstenaarsvereniging de Ploeg).

bron delpher
bron: NvhN 15 juli 1930
bron delpher
bron delpher
bron: boekenwinkeltje januari 2020

Minne Koning

hij is geboren in Hoogezand, op 1 april 1854 met de naam Menno Koning. Gehuwd in 1876 met Trientje Kort van Garmerwolde, hij was een dienstknecht en zij dienstbode. Zij is overleden in 1925 te Garmerwolde en is 75 jaar geworden, hij in 1929 in Ten Boer. Zijn vader was Jan Mennes Koning, van beroep schipper / dagloner, in 1912 overleden, hij is 96 jaar geworden.

bron delpher

Uit Ten Boer één gemeente, negen dorpen

Legendarisch zijn de vele gesprekken die ze (mw. Huizenga-Onnekes) met Koning voerde, niet in de laatste plaats door het volume waarop deze plaatsvonden (Koning was wat dovig).

bron: blz. 54
bron: blz. 54
bron: tiende vertelling Trijntje Soldaats
bron: zevende vertelling “het boek van Minne Koning

Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van het bedrijf liet Uitgeverij P.Noordhoff in 1958 “Trijntje Soldaats” in facsimile herdrukken

bron: boekenwinkeltje januari 2020

De twee boeken in één uitgave in 2003.

bron: boekenwinkeltje januari 2020

Groninger volksverhalen

In het jaar 1930 verscheen er behalve “het boek Minne Koning” nog een boek van Mw. Huizenga-Onnekes, met de titel “Groninger volksverhalen”.

bron delpher
bron delpher
bron: NvhN 3 juli 1930
bron boekenwinkeltje januari 2020

Wie was de fotograaf F.G. Knol ?

Frederikus Gerardus Knol, hij is geboren in Wittewierum 1891, overleden in 1963, Haren Gn.

foto: F.G. Knol / Groninger archief

Behalve het maken van foto’s, zong hij en daarbij begeleidde hij zichzelf op de mandoline. Samen met Mw. Huizenga-Onnekes verzorgden ze samen diverse avonden in de provincie Groningen. Zij met haar verhalen, ondersteund met lichtbeelden en hij met de liederen en muziek.

bron: hvtp

Frederikus was niet alleen de jongste, maar ook de meest kunstzinnige. Hij fotografeerde veel en trad daarnaast op als zanger waarbij hij zich op een banjoline begeleidde. Ook reisde hij veel. Ik sluit niet uit dat hij zelf de maker van deze foto is, omdat hij in het bezit was van een mechanische zelfontspanner c.q. timer en omdat hij erbij staat alsof hij op het laatste moment nog even is aangeschoven na het starten van de timer.

De foto is gemaakt bij gelegenheid van de 70e verjaardag van Geertje Bebingh. Dat moet dus eind oktober 1926 zijn geweest.

Positie op de foto:
Staande vlnr: Frederikus, de vrouw van Doewe, de vrouw van Siemen, Doewe, Frederika, Trijn (= dochter van Doewe) en Johannes. 
Zittend vlnr: Geertje Bebingh, Catharina (= dochter van Siemen), Geertje met voor haar Derk (= beiden kinderen van Doewe), Derk Knol en Sieme

bron: NvhN 10 januari 1931
bron: NvhN 1930

In 1939 verscheen het laatste boek onder haar naam.

Haar zoon, Jan Hendrik, was bestuurslid bij de Groninger Studenten Corps Vindicat atque Polit

bron: NvhN 1939
bron: Algemeen Handelsblad 21 juli 1939
bron: boekenwinkeltje januari 2020

Ton Dekker

“Een veel bewustere aandacht voor de verteller zien we enkele decennia later bij de Groningse verhaalverzamelaarster E.J. Huizenga- Onnekes (1883-1956). In een oud opschrijfboekje met het jaartal 1804 trof zij een aantal sprookjes aan van de huisnaaister Trijntje Soldaats die zij, op aanraden van de letterkundige Herman Poort die de verhalen prachtig vond vanwege de ‘naïeve volksfantasie’ en de ’kinderlijke verteltoon’ (Huizenga 1927), in 1927 integraal publiceer­ de in Het boek van Trijntje Soldaats. De vondst van dit opschrijf­ boekje bracht haar er vervolgens toe om ook zelf verhalen te gaan verzamelen. In 1930 publiceerde zij een tweede sprookjesboek, Het boek van Minne Koning, genoemd naar haar beste sprookjesverteller Minne Koning van wie ze ruim tien sprookjes heeft genoteerd. Dat noteren deed ze ‘haastig…om de spontane, bekoorlijke wijze van vertellen zoo getrouw mogelijk te behouden’. Het gaat hier niet meer uitsluitend om de oude trekjes in volksverhalen, maar ook om de esthetische waarde van de verhalen die in de woorden van Poort aantonen ‘dat het Groningsche volk niet zóó rampzalig van verbeel­ ding en dichterlijken zin ontbloot is als door den vreemdeling veelal gemeend wordt’. Deze grotere aandacht voor de verteller is esthetisch bepaald en beperkt zich tot sprookjes omdat hieraan meer artistieke waarde wordt toegekend dan aan de andere verhaalgenres.

Dit meer op de verteller gerichte onderzoek beperkte zich echter weer in hoofdzaak tot het sprookje als het artistiek meest boeiende genre. Grappige verhalen en sagen kwamen duidelijk op de tweede plaats. Voor andere verhaalgenres bestond nauwelijks belangstelling

omdat hun inhoud als te triviaal of te erotisch werd beschouwd.
De aandacht voor de persoon van de verteller en de artistieke kant van het sprookje bleef in Nederland beperkt tot de publikatie van de beide sprookjesbundels van mevrouw Huizenga-Onnekes.8Dat andere Nederlandse verzamelaars niet op deze lijn doorgingen, heeft ener­ zijds te maken met het feit dat het vertellen van sprookjes voor de Tweede Wereldoorlog waarschijnlijk al een zeldzaamheid was. Ander­ zijds zal ook het ontbreken van stimulansen vanuit een wetenschappe­ lijke discipline, met name de volkskunde, daar debet aan zijn ge­weest.”

bron: delpher

Wie waren die vertellers?

hier een paar namen:

Minne Koning Ten Boer

W.W. Elema-Onnekes, Karshof, Garsthuizen

H.A. Fransema-Venhuis, Godlinze

S. Kerkhof, Tjamsweer

J. Van Delden, Groningen

J.Hopman, Hofman Woltersum

J.S. van Weerden, Zuurdijk

A. Kuiper, Termunten

B. Elema-de Waard, Eppenhuizen

J. Kuiper, Termunten en Derk Bos, Schildwolde

Bronvermelding:

Groninger archief, beeldbank Groningen, historische vereniging Ten Post, delpher, boekenwinkeltje, artikel van Ton Dekker, Theo Meder en Sanne Meijer.

zie ook op deze site onder het kopje home (1 en 2 december en 13 en 19 november 2019 ) en onder verhalen voor meer informatie over Mw. Elina Johanna Huizenga-Onnekes.

1 reactie

  1. Henk

    Leuk informatief verhaal!
    Hebben wij het oude schriften in ons archief?

    Het origineel lig in Deventer bij het Atheneumbibliotheek (permanente bruikleen)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Het modereren van reacties is ingeschakeld. Het kan even duren voordat je reactie wordt weergegeven.