Menu Sluiten

Boek over Delfzijl als laatst bezet gebied in Franse tijd.

Onze voorzitter, Henk Boels, feliciteren we met zijn boek “De vesting Delfzijl en Omstreken in de Bataafse-Franse tijd, 1795-1814.”

Twee krantenartikelen:

Noorderkrant

De Stichting Cultureel Erfgoed Gemeente Delfzijl heeft vrijdag in de bibliotheek het boek ‘De vesting Delfzijl en Omstreken in de Bataafs-Franse tijd 1795-1814’ gepresenteerd. Delfzijl was de laatste stad in Nederland die werd ‘bevrijd’.

Het eerste exemplaar van het boek is overhandigd aan burgemeester Gerard Beukema van de gemeente Eemsdelta. Historicus Henk Boels beschrijft in het boek de grote veranderingen die plaats vonden op bestuurlijk, economisch, cultureel en maatschappelijk gebied, en de gevolgen hiervan voor Delfzijl en omstreken.

bron: Noorderkrant

De historisch te noemen verandering ligt op het bestuurlijk gebied: het Franse gezag richt een nieuw landsbestuur in met daarin de instelling van gemeenten , provincies en een centrale regering in Den Haag. De Burgerlijke Stand wordt bijgehouden door de gemeenten. De kleinschalige indeling van de provincie Groningen in vrij zelfstandige dorpen onder leiding van de Ommelander adel vervalt en komt niet meer terug.

„Daarvoor had jonker Rengers van borg Famsum het hier voor het zeggen,” legt Boels uit. „Daarna waren het de burgemeester en de raad die het gezag voerden.”

Suikerbietenoogst mislukt

Over de economie in die tijd is ook veel in het boek terug te vinden. „We hadden te maken met het continentale stelsel. Door de oorlog tussen Engeland en Frankrijk was er geen handel tussen Europa en Engeland. Napoleon verbood dat. Maar in de dorpen rond Delfzijl deed één sector het goed: de landbouw. Met de haven ging het ook goed. Die was belangrijk bij het vervoer van de agrarische producten. Het probleem was dat er geen suiker uit West-Indië binnenkwam. Napoleon gaf daarom opdracht om rond Delfzijl suikerbieten te gaan verbouwen. Maar door het slechte zaad was de opbrengst gering. Burgemeester Dusseljee, die naast maire ook dokter en notaris was, bleef niets anders over dan te melden dat de oogste mislukt was. In 1813 werd al geen poging meer gedaan. Toch opmerkelijk dat honderd jaar later de verbouw van suikerbieten tot grote bloeie kwam.”

Grote marinehaven in Delfzijl

Delfzijl heeft volgens Boels wel geprofiteerd van de aanpak van de infrastructuur door Napoleon. „Hij wilde een goed wegennet voor de transport van de soldaten. De wegen liepen van Parijs tot aan de kusten. Onder andere naar Amsterdam maar ook eentje via Breda en Groningen naar Delfzijl. Dat was weg nummer 27. In wezen een rechtstreekse verbinding van Parijs naar Delfzijl. Napoleon had ook plannen om van Delfzijl een grote marinehaven te maken. Met veertig linieschepen in de haven. De tekeningen zijn nog terug te vinden in het archief van Delfzijl. Napoleon bezocht Nedeland in 1811 met zijn vrouw Marie Louise, maar is maar tot Zwolle aan toe gekomen. In 1812 liep zijn reis naar Rusland op een fiasco uit en is het er met de plannen”nooit meer van gekomen. „Wel voerde hij de dienstplicht in. Zo’n 30 tot 35 Delfzijlsters werden op die manier opgeroepen. De meeste zijn nooit teruggekomen.”

Nadat Napoleon in 1813 in de slag bij Leipzig werd verslagen, en afgevoerd naar het eiland Elba, werd Nederland door de kozakken bevrijd. „Alleen de kolonel in Delfzijl weigerde zich over te geven. Een lange blokkade van Delfzijl volgde. Na veel onderhandelingen reisde de kolonel met zijn mannen, met vier kanonnen, af naar Frankrijk.”

Daarbij werd Delfzijl en omgeving in grote armoede achtergelaten. „Alles lag in puin en de landerijen lagen onder water. De staat zou Delfzijl van alles vergoeden, maar veel van de bijbehorende stukken kwamen in de kachel terecht. Het heeft tot 1843 geduurd voordat de laatste rekening was voldaan.” In 1876 werd de vesting Delfzijl opgeheven.

Over die arme periode zou burgemeester Beukema ook graag een boek zien. „Na de glorieuze periode volgde een stille periode. Het lijkt mij een uitdaging voor de stichting om de jaren na 1815 te beschrijven. Beukema kent enige persoonlijke betrokkenheid bij de periode van de bezetting. Zijn overovergrootvader is in februari 1814 gesneuveld bij wat nu Tuikwerd is.

De stichting heeft al wel een boek gepubliceerd over de periode voorafgaand. Met het eerder uitgegeven boek ‘De Loffelyke Compagnie Schutterije der Fortresse Delfzijl 1629-1795’, geschreven door Ingena Vellekoop, is een belangrijk deel van Delfzijls geschiedenis onderzocht en vastgelegd.

In het nieuwe boek beschrijft Boels de gevolgen van, en de verandering tijdens de Franse bezetting op zeer veel gebieden.  Tot 1795, de tijd van de Schutterij, werden de Ommelanden (dus ook Delfzijl) bestuurd door de Ommelander adel. Zij heerste over relatief kleine zelfstandige dorpen of kerspels. Deze kerspels maakten deel uit van het gewest Stad en Ommelanden. Dit gewest uitmaakte deel uit van de Republiek de Zeven Verenigde Nederlanden met als stadhouder prins Willen V. Vanaf 1795 voeren de Franse bezetters nieuwe bestuursvormen in met onder andere de instelling van gemeenten en provincies, onder leiding van een centraal bestuur in Den Haag. Deze staatsvorm blijft ook na 1814 bestaan.

De rol van de Ommelander adel is definitief ten einde. Henk Boels beschrijft in dit boek de tijd van de patriottische Bataafse Republiek en de Franse overheersing, met de introductie van nieuwe bestuursvormen Aan de orde komen onderwerpen zoals economie, zeevaart en ha del, nijverheid, landbouw, verkeer en vervoer. Dit gebeurt in de tijd dat Frankrijk oorlog voert met vrijwel alle landen in van Europa. Deze oorlog en de bezetting van de vesting Delfzijl hadden zeker gevolgen voor de burgerij.

Het boek lijkt naadloos aan te sluiten op het eerder door de Stichting uitgeven boek  “De Loffelyke Compagnie Schutterije der Fortresse Delfzijl 1619-1795’geschreven door mevr. Vellekoop, doch wie de beide boeken leest, zal een historisch te noemen verschil ontdekken op vooral bestuurlijk gebied.

De presentatie van het boek vond plaats in de bibliotheek van Delfzijl waar secretaris Reint van der Veen van stichting Cultureel Erfgoed Gemeente Delfzijl het boek officieel overhandigde aan burgemeester Beukema.

Eemskrant

Delfzijl – Burgemeester Gerard Beukema van de gemeente Eemsdelta heeft vrijdagmiddag het eerste exemplaar van het boek ‘De vesting Delfzijl en Omstreken in de Bataaf-Franse tijd 1705-1814’  in ontvangst genomen. Het boek is een uitgave Stichting Cultureel Erfgoed Gemeente Delfzijl en geschreven door historicus Henk Boels.

In het nieuwe boek beschrijft Boels de gevolgen van, en de verandering tijdens de Franse bezetting op zeer veel gebieden.  Tot 1795, de tijd van de Schutterij, werden de Ommelanden (dus ook Delfzijl) bestuurd door de Ommelander adel. Zij heerste over relatief kleine zelfstandige dorpen of kerspels. Deze kerspels maakten deel uit van het gewest Stad en Ommelanden. Dit gewest uitmaakte deel uit van de Republiek de Zeven Verenigde Nederlanden met als stadhouder prins Willen V. Vanaf 1795 voeren de Franse bezetters nieuwe bestuursvormen in met onder andere de instelling van gemeenten en provincies, onder leiding van een centraal bestuur in Den Haag. Deze staatsvorm blijft ook na 1814 bestaan.

De rol van de Ommelander adel is definitief ten einde. Henk Boels beschrijft in dit boek de tijd van de patriottische Bataafse Republiek en de Franse overheersing, met de introductie van nieuwe bestuursvormen Aan de orde komen onderwerpen zoals economie, zeevaart en ha del, nijverheid, landbouw, verkeer en vervoer. Dit gebeurt in de tijd dat Frankrijk oorlog voert met vrijwel alle landen in van Europa. Deze oorlog en de bezetting van de vesting Delfzijl hadden zeker gevolgen voor de burgerij.

Het boek lijkt naadloos aan te sluiten op het eerder door de Stichting uitgeven boek  “De Loffelyke Compagnie Schutterije der Fortresse Delfzijl 1619-1795’geschreven door mevr. Vellekoop, doch wie de beide boeken leest, zal een historisch te noemen verschil ontdekken op vooral bestuurlijk gebied.

De presentatie van het boek vond plaats in de bibliotheek van Delfzijl waar secretaris Reint van der Veen van stichting Cultureel Erfgoed Gemeente Delfzijl het boek officieel overhandigde aan burgemeester Beukema.

bron: Noorderkrant en Eemskrant

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Het modereren van reacties is ingeschakeld. Het kan even duren voordat je reactie wordt weergegeven.