“80 jaar na dato”
Alko van Iddekinge.
De rol van Alko van Iddekinge in de Tweede Wereldoorlog is met raadselen omgeven. In het Oorlogs- en Verzetsmuseum Groningen is een verzetskaart van hem te vinden. Het museum heeft een collectie van kaarten met de namen van meer dan 6000 mensen die in meer of mindere mate betrokken waren bij het verzet in de provincie Groningen. Op de kaarten worden bijvoorbeeld gegevens vermeld over verzetsactiviteiten, contactpersonen, schuilnamen, arrestaties en plaatsen waar men gevangen heeft gezeten. De kaarten zijn voornamelijk ingevuld door verzetsman en stichter van het museum Bob Houwen.
De aanwezigheid van een dergelijke kaart zou betekenen dat Alko, die op 20 januari 1910 in Woltersum geboren werd, betrokken is geweest bij het verzet. Ware het niet, dat Bob Houwen met grote, zwarte letters GV op de kaart heeft gezet. Het betekent: Geen Verzet. Op de website van het Oorlogs -en Verzetsmuseum wordt gezegd dat de aantekeningen van Houwen op de kaarten niet altijd betrouwbaar zijn, maar de eerste twijfel is hiermee gezaaid.

bron: ovcg.
De biografische gegevens van Alko zijn overzichtelijk: geboren in 1910 in Woltersum als zoon van dagloners Hendrik van Iddekinge en Trientje Veldman. Wanneer zijn broertje Aaldrik in 1914 geboren wordt, hebben zijn ouders zich opgewerkt tot schippers. Ze verhuizen in 1936 naar Aduard en wanneer vader Hendrik in 1943 overlijdt, is hij daar brugwachter.
Alko zelf verhuist in 1932 naar Groningen, naar de James Wattstraat. Hij heeft een opleiding gevolgd in de bouw en wordt vermeld als timmerman, metselaar, betonvlechter en aannemer. In 1937 trouwt hij in Assen met Berendina Visscher en hij gaat met haar in Ide/De Punt wonen.
Bijzonder is eigenlijk alleen zijn overlijden: in Linz aan de Donau in Oostenrijk, op 25 juli 1945. Omgekomen bij een bombardement op een Arbeitslager. Zijn overlijdensakte is opgemaakt in augustus 1948 in Groningen na een beschikking van het Gerechtshof in Leeuwarden.
Alko’s naam en gegevens worden wel vermeld op de website van de Oorlogsgravenstichting, een stichting die in Nederland en over de hele wereld zorgt voor de graven van Nederlanders die oorlogsslachtoffer zijn. De definitie van oorlogsslachtoffer is: Militairen van de Nederlandse krijgsmacht die na 9 mei 1940 zijn gevallen en Nederlandse burgers die, hetzij metterdaad de vijand bestrijdende dan wel ten gevolge van hun handelingen of houding tegenover de vijand, het leven hebben verloren.

bron: oorlogsgravenstichting.
Op de website van de Oorlogsgravenstichting is een verwijzing opgenomen naar het persoonsdossier van Alko van Iddekinge bij het Nationaal Archief en de 13 blaadjes in dat dossier werpen wat meer licht op Alko’s oorlogsverleden.
Het dossier opent met een A4-tje uit 1957 van de Oorlogsgravenstichting, afdeling Duitsland, met de bekende gegevens van Alko en het verzoek om de gegevens aan te vullen. Op de achterkant is de notitie gemaakt: “door Rode Kruis ter inzage gehad, geen nadere gegevens hieruitgevonden. Wel het vermoeden dat betrokkene vrijwillig in Oostenrijk verbleef.”
De rest van het dossier bestaat ook uit pogingen van de Oorlogsgravenstichting om meer opheldering te krijgen over de omstandigheden rond Alko’s dood, zijn verblijf in Oostenrijk en de plek waar hij begraven zou kunnen zijn. Zelf noteren ze op een informatieformulier in 1958 bij de vraag naar de omstandigheden waaronder Alko is overleden: “bomaanval en sindsdien nooit een spoor van teruggevonden”.
In een brief aan het Groningse Arbeidsbureau geeft de stichting nog eens duidelijk aan waarom ze inlichtingen over Alko willen: “Eén van de criteria die voor de bepaling van de status van oorlogsslachtoffer is vereist, is dat betrokkene door terreur in het buitenland was toen deze overleed en dus onvrijwillig daar verblijf hield.” Het arbeidsbureau kan de stichting ook niet verder helpen.
Ook de burgerlijke stand van de stad Linz krijgt een brief van de Oorlogsgravenstichting met dezelfde soort vragen: is er een overlijdensakte, is er een graf van Alko en wat waren de omstandigheden rond zijn overlijden. In het dossier is geen antwoord uit Linz opgenomen.

bron: Nat. Archief.
Gelijktijdig is de stichting ook op zoek naar Berendina Visscher, de vrouw van Alko. De afdeling bevolking van de gemeente Roden kan hen daar aan helpen. Ze blijkt in 1948 te zijn hertrouwd met Jenne Cazemier en woont met hem in Nietap. Uit een volgend document blijkt dat de stichting contact heeft opgenomen met Berendina. Het document waar dat uit blijkt is een brief aan de corpschef van politie in Roden. Zijn hulp wordt ingeroepen om weer een stap verder te komen, want: “speciaal van belang is de vraag of genoemde persoon destijds vrijwillig of onder dwang naar Oostenrijk vertrok, alsmede de omstandigheden waaronder hij omkwam. Daar pogingen hiervoor een bevredigend uitsluitsel te krijgen van de hertrouwde weduwe, mevrouw B. Cazemier-Visscher (…), hebben gefaald en daar betrokkene bij het Arbeidsbureau te Groningen onbekend is, moge ik een beroep op u doen om over de genoemde punten een onderzoek te doen instellen en mij voor te lichten”.
In de rapportage die de postcommandant van Ide, wachtmeester J. Metselaar, naar aanleiding van deze vraag heeft opgesteld, komt het meest uitgebreide antwoord op de vragen die bij de stichting leven:
“De door u bedoelde Alko van Iddekinge is vanaf 15 december 1936 tot 29 april 1941 inwoner geweest van de gemeente Vries. Hij is eerst als kostganger inwonende geweest bij Hendrik Wieland, wonende te Ide, Norgerweg 121, gemeente Vries. Op 30 januari 1937 is hij gehuwd en is toen met zijn vrouw in Ide, gemeente Vries, blijven wonen. Kort nadat ons land in mei 1940 door de Duitsers bezet was, is Iddekinge vrijwillig naar Duitsland gegaan om aldaar te werken. Hij zou zulks gedaan hebben, omdat het werk hier minder werd en hij gezegd had dat hij liever vrijwillig naar Duitsland ging dan dat hij later verplicht te werk gesteld werd. Nadat Iddekinge in Duitsland was, kwam hij regelmatig met verlof thuis. In het begin van het jaar 1941 is Iddekinge met zijn vrouw vrijwillig naar Linz (Oostenrijk) gegaan. Volgens bekomen inlichtingen was Iddekinge pro Duits. Over de omstandigheden waaronder Iddekinge is omgekomen, kan ik u niet inlichten. Wel kan ik u meedelen, dat de echtgenote van Iddekinge nog geregeld op bezoek komt bij H. Wieland en daar nimmer verteld heeft dat haar man is omgekomen, zodat Wieland nog steeds in de veronderstelling leefde dat Iddekinge nog zoek was”.
Hoewel dit epistel van de politiecommandant misschien wel net zoveel vragen oproept als het beantwoordt, lijkt één ding wel duidelijk: Alko van Iddekinge was geen verzetsheld.
Volgende week woensdag 29 januari;
de portretten van Rosetta Cohen uit Garmerwolde en Hartog van Hasselt uit Thesinge.
Portrettengalerij: familie Kant 15 januari.
Aan het eind van alle portretten worden de bronnen die gebruikt zijn voor het schrijven van de verhalen vermeld.