“80 jaar na dato”
Albert Velthuis (of Veldhuis).
Hoe de jongste zoon uit een groot gezin uit Woltersum kon uitgroeien tot een verzetsheld in het Twentse Wierden is nog steeds niet helemaal duidelijk, maar dat is wel de bijzondere levensgeschiedenis van Albert Velthuis.
Hij werd geboren op 23 juni 1919 als het elfde en laatste kind in het gezin van Geert Velthuis en Harmke Akkerman, beiden dagloner van beroep. Rond 1940 stond Geert als veehouder in de boeken. Drie van de elf kinderen overleden op jonge leeftijd. De andere kinderen groeiden op in Woltersum. De jongens speelden in de jaren ‘20 en ‘30 bij SV Woltersum, Klaas en Jurrien maakten deel uit van de eerste kampioenselftallen van de SV. De familie Velthuis woonde aan de K. de Boerweg 34. Geert en Harmke verhuisden later naar de Kollerijweg 44.
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was de jonge Albert uitgegroeid tot een forse kerel van twintig jaar. Hij was los arbeider en verloofd met Greta, koffiejuffrouw van het DAM station aan het Damsterdiep.
Broer Geert had een café in Wolterum, het zou een doorgangshuis voor onderduikers worden, ook Albert verborg zich er wel eens. Broer Jan sympathiseerde ook met het verzet, maar was wat voorzichtiger, omdat hij jonge kinderen had. Misschien werd hij geïnspireerd door zijn oudere broers, want ook Albert raakte betrokken bij het verzet. Hij was niet erg voorzichtig, hij liep rond met een pistool, werd gezocht door de Duitsers en zijn ouders werden door de Duitsers regelmatig ondervraagd over Albert. Ouders en kinderen Velthuis werden zelfs een keer onder schot gehouden en moesten in het gras naast hun huis blijven liggen. Binnen zochten ze Albert, maar ze vonden hem niet, hoewel hij zich wel degelijk in huis verstopt had. Ook zat hij regelmatig een tijdje ondergedoken in armenhuis Fivelhörn in Ten Boer en op adressen in Stadskanaal en Klazienaveen.
Waarschijnlijk werd de grond hem in Woltersum te heet onder zijn voeten, want een groot deel van de oorlog, tot aan de bevrijding, is hij actief in het verzet in het oosten van het land. Hij zit dan ondergedoken in Wierden. Hij kwam regelmatig, vermomd als arbeider, terug naar Woltersum, op bezoek bij zijn ouders.
De oorlog sloeg het gezin Velthuis uit elkaar. Albert, Geert en in mindere mate Jan waren betrokken bij het verzet, maar andere kinderen sloten zich aan bij de NSB. Het heeft geleid tot definitieve breuken in de familie.
Wat Albert precies gedaan heeft in het verzet is moeilijk te achterhalen. In het Oorlog-en Verzetsmuseum in Groningen is geen informatie over hem bekend. Wel wordt hij een paar keer genoemd als contactpersoon van andere verzetsstrijders. In Wierden groeit hij uit tot een belangrijk lid van het plaatselijk verzet. Hij zit ondergedoken bij de familie Botschuyver aan de Aadorpsweg 7 in Wierden. Vrijwel niemand kent zijn achternaam of geschiedenis, hij staat bekend als “Albert van de ondergrondse”.
Er is nogal wat gebeurd in de Tweede Wereldoorlog in Wierden. Er werden sabotage-acties uitgevoerd, er werden droppings uitgevoerd, er stortten negen vliegtuigen neer in de buurt en op de ochtend van 29 maart 1945 werden bij de Ten Bos Textielfabriek aan de Almelosestraat in Wierden 10 mannen gefusilleerd en nog eens 10 mannen aan de Rijssensestraat. De liquidaties waren represailles na een aantal aanslagen op spoorlijnen en verkeersknooppunten in de regio Wierden.
Wierden werd op 9 april 1945 door het Canadese Algonquin Regiment bevrijd, na bijna vijf dagen van felle strijd met de Duitse bezetters. De Canadezen waren bijzonder te spreken over de hulp die ze bij de strijd om Aadorp en Wierden van verzetsmensen had gekregen. Enkele BS-ers slopen een paar keer door de Duitse linies en keerden met waardevolle informatie over de vijandelijke sterkte en posities terug.
Albert was aan het eind van de oorlog groepscommandant bij de Binnenlandse Strijdkrachten, afdeling SG (Strijdend Gedeelte of Strijdende Groepen, ook wel bekend als de Knokploegen), mogelijk onder de leiding van de bekende verzetsstrijder en commandant van de BS in Salland, kapitein Albert Ferdinand Lancker.
Albert Velthuis maakt de bevrijding mee in Wierden, maar komt niet lang daarna om het leven bij een auto-ongeluk. Op 29 mei rond half vier ‘s middags wordt zijn sportauto gegrepen door een Canadese vrachtauto. Albert wordt uit de auto geslingerd en is op slag dood. In het krantenartikel in Trouw op 8 juni wordt uit een bericht van de BS geciteerd: “zo is dan wel op zeer droevige en onverwachte wijze een einde gekomen aan het leven van één onzer trouwste vrienden en medestrijders Albert Velthuis”.

bron: historische kring Wierden. (Waarschijnlijk het ongeval van Albert Veldhuis)
Zijn lichaam wordt onder grote belangstelling en vergezeld van auto’s van de BS naar Woltersum overgebracht, waar hij eveneens onder grote belangstelling en met militaire eer wordt begraven.

bron: chvtb., december 2024.
Eerder gepubliceerde portretten 2025:
Cohen Rosetta, 29 januari.
Boerma Egbert, 11 maart.
Borg van der Reinder, 14 maart.
Deelman Johannes, 27 februari.
Dijk Jan, 27 februari.
Dreise Klaas, 27 februari.
Elsinga Tjeerd,19 februari.
Hasselt Hartog van 29 januari.
Heys Hendrik, 12 maart.
Iddekingen Alko van, 22 januari.
Kwant Theda en Jan, 15 januari.
Medema Kornelis Willem, 5 februari.
Mulder Harm, 12 februari.
Noorman Berend Harmen, 4 maart.
Reddingius Grietje, 6 maart.
Sundermeyer, Cornelis, 18 maart.
Sybenga Auke Anton, 5 maart.
Woldering Roelof Martinus, 19 maart.
Zeldenrust Nanning, 26 februari.