Bjorn Spinder.
Op zondag 15 april 1945, rond 07.30 uur, arriveerde een Duitse vrachtwagen in het dorp Ten Boer. De soldaten aan boord maakten bekend dat de brug over het Damsterdiep zou worden opgeblazen. Als voorzorgsmaatregel werd geadviseerd om alle ramen en deuren open te zetten om te voorkomen dat de ruiten zouden springen. Huizen in de omgeving van de brug werden ontruimd en de turfschepen bij de brug werden vernietigd. De explosie veroorzaakte aanzienlijke schade, waaronder veel gesprongen ruiten en dakpannen die werden weggeblazen. Het bleek dat de Duitsers zich terugtrokken uit Groningen om richting Delfzijl te gaan.
Maandag 16 april 1945: Provisorische stellingen
Op maandag 16 april 1945, in de vroege ochtend, werden er provisorische stellingen aangelegd door de Duitse troepen in Ten Boer. Eén van deze stellingen werd geplaatst op het grasveld naast De Bolten, een andere tegenover de brug op een rond perk. Tegen de middag bevond zich een groep van ongeveer twintig Duitse soldaten bij de Boltbrug, waar ze zich hadden ingegraven. Tussen 19.00 en 20.00 uur arriveerde een groep oudere soldaten vanuit Oosterhoogebrug. Het gezelschap bestond uit een jonge matroos van de Kriegsmarine en een aantal mannen tussen de veertig en vijftig jaar, afkomstig van verschillende Duitse legeronderdelen. Dit groepje dronk wat bij café Quatre Bras en begaf zich daarna het dorp in. Ze zochten onderdak bij boer Meijer op Emmerwolde, waar ze mochten slapen in het hooi.
De Duitse troepen bestonden uit manschappen van de landmacht, de luchtmacht en de marine. Een deel van hen was op de terugtocht vanuit de stad Groningen naar Ten Boer gekomen. Een ander deel was als reserve vanuit Appingedam en Stedum aangevoerd. Zware wapens, tanks of artillerie hadden ze niet. Wel hadden ze de beschikking over lichte infanteriewapens, machinegeweren en lichte antitank-wapens (Panzerfausten).
Dinsdag 17 april 1945: Canadezen komen aan in Ten Boer
Op dinsdag 17 april 1945, rond 04.30 uur, naderden de Canadezen van de Queens Own Cameron Highlanders of Canada Ten Boer vanuit de richting van Garmerwolde met een brencarrier, een gepantserd voertuig op rupsbanden. De ingegraven Duitse soldaten openden onmiddellijk met machinegeweren het vuur op het voertuig, dat terugschoot, maar doorging. De brencarrier stopte vlak naast de eerste Duitse stelling bij De Bolten. De Duitsers vluchtten naar een tweede stelling, die zich voor de voordeur van café Klinkhamer bevond. Na een korte schotenwisseling vroegen de Canadezen om overgave, maar de Duitsers gaven geen gehoor.
In reactie op het vuur van de Duitsers werden de Duitse stellingen beschoten door een tank die bij Kaakheem was gepositioneerd. Enkele projectielen kwamen neer in de omgeving van de stellingen, maar er werd ook een huis aan de overkant van het Damsterdiep geraakt. De tank naderde de stellingen en verschillende Duitse soldaten vluchtten het dorp in. Vanuit de Gaykingastraat en de Burg. Triezenbergstraat schoten ze op de Canadezen. Een van de Duitsers richtte een Panzerfaust op een brencarrier, maar werd voordat hij kon afschieten gedood door Canadees vuur. Zijn lichaam werd later in de etalage van een winkel geplaatst, waar de ruit eerder was gebroken door de explosie bij de brug.
Omdat de Duitsers vanuit café Klinkhamer weerstand bleven bieden gebruikten de Canadezen een vlammenwerpende tank. De vlammen sloegen al snel uit de daken van het café en het aangrenzende pand Broos. Tijdens deze strijd werden er zes Duitse soldaten gedood bij café Klinkhamer. De Canadezen hadden slechts één gewonde.

bron: Beeldbank Groningen / Ten Boer.

bron: Beeldbank Groningen / Ten Boer.
Tijdens deze gevechten werd ook Meester Meijer, een lokale bewoner, geraakt. Hij was te vroeg uit zijn schuilplaats gekomen en werd in de Burg. Triezenbergstraat in zijn buik geschoten. Een Canadese ambulance bracht hem naar een ziekenhuis in Groningen, waar hij op 18 april 1945 overleed.
De overgebleven Duitse soldaten vluchtten via het Bokkelaantje en de weilanden richting Dijkshorn.
De strijd bij Dijkshorn
In de buurt van de klapbrug over de Stedumer Maar en het sluisje bevonden zich nog Duitse mitrailleurnesten. Duitse soldaten waren met een vrachtwagen naar deze stelling gebracht, maar op de terugweg had de vrachtwagen motorpech en werd achtergelaten bij Lellens. De Duitsers bij Dijkshorn bedreigden de lokale bewoners en waren vastbesloten door te vechten. Ze verscholen zich in de mitrailleurnesten en boerderijen.
Toen de Canadezen naderden, vluchtten enkele Duitse soldaten, maar twee weigerden zich over te geven en renden weg. Ze werden beide door Canadees vuur gedood. Eén van hen was Feldwebel(sergeant) Karl Bacher. Vanuit het weiland aan de overkant van de sluis werd door een groep Duitsers teruggeschoten, maar hier sneuvelden drie van hen. De rest gaf zich over.
De gevolgen van de strijd in Ten Boer
De Canadezen maakten ongeveer tien gevangenen en doodden zo’n tien Duitse soldaten. Een gewonde Duitse soldaat werd overgebracht naar het noodhospitaal in Ten Boer, wat gevestigd was in een school (tegenwoordig het Buurthoes). In totaal werden de panden van café Klinkhamer, Broos, de Joodse familie Meijer en Boelens zwaar beschadigd.
Deze gebeurtenissen markeerden het einde van de Duitse weerstand in Ten Boer en maakten de weg vrij voor de Canadezen om het gebied verder te bevrijden.
De Duitse doden
Na de strijd werden acht Duitsers op 19 april 1945 op de begraafplaats van Ten Boer begraven.
Dit waren:
Karl-Heinz Pletzer (25 jaar oud. Onderofficier bij de Kriegsmarine)

Karl-Heinz Pletzer. bron: archief Bjorn Spinder.
Kurt Zeindlhofer (18 jaar oud. Matroos bij de Kriegsmarine. Zijn moeder werd pas in 1951 op de hoogte gebracht van zijn overlijden).

bron: archief Bjorn Spinder.
Lothar Winter (17 jaar oud. Matroos bij de Kriegsmarine).

Lothar Winter. bron: archief Bjorn Spinder.
Zij waren alle drie gestationeerd bij een marine-onderdeel in Appingedam.
Karl Bacher (49 jaar oud. Sergeant).
Heinrich Pelz (46 jaar oud. Onderofficier)
Zij waren beiden ingedeeld bij een Landesschützen-Kompanie van de Duitse landmacht.
Alfred Kuhne (49 jaar oud. Korporaal bij de Kriegsmarine. Gestationeerd bij het marine-uitrustingsdepot in Groningen).


Alfred Kuhne. bron: archief Bjorn Spinder.
Herbert Horstmann (27 jaar oud. Sergeant bij een verbindingseenheid van de Duitse luchtmacht).
Walter Israel Sinto (niet bevestigd, verdere gegevens onbekend)
In 1958 werden de lichamen herbegraven op de Duitse begraafplaats in Ysselsteijn.
Bronnen o.a. Wilte’s Dagboek, Ket Oet, brieven J.H. van der Meer, Kroniek van Eiltje Afman.
Walter Israel Sinto dit is Walter Israel Pinto. Geboren op 11 oktober 1910 in Jemgum (Duitsland) en doodgeschoten door de SD op 5 oktober 1943 in Schildwolde.
Lees zijn levensverhaal, in memoriam 1 en 2, wat geschreven is door Roeland Oudejans in februari 2025 op het joodsmonument.nl