Menu Sluiten

Een schoolmeester in Thesinge.

Een vervolg op de berichten over scholen van augustus jl., bij het doorlopen van diverse boeken en sites, kom je steeds meer namen en data en foto’s tegen. Hierbij het verhaal van een schoolmeester.

Thesinge

Eppo Brongers, 1752-1808, schoolmeester.

In de kerk van Thesinge kom je onderaan op een knipkunst zijn naam tegen.

bron: chvtb

De kerk van Thesinge heeft een bijzondere band met papierknipkunst. Eppo Brongers knipte bij de opening van de huidige kerk in 1786 een fraaie sierrand om een handgetekende oorkonde. Dit werk en een later werk van Brongers wordt permanent tentoongesteld in de kerk.

bron: thesinge.com

In de kerk hangen twee bijzondere knipselwerken van de hand van schoolmeester Eppo Brongers. Het grote werk
is een herinnering aan de ‘restauratie’ in 1786 met een getekende primitieve voorstelling van het Laatste Avond- maal. De kleine afbeelding uit 1803, een collageachtige psalmtekst met geknipte rand, is minstens zo bijzonder. Eppo Brongers was in zijn functie als schoolmeester waar- schijnlijk ook koster, voorzanger en doodgraver. In 1805 blijkt hij ook diaken van de kerk te zijn geweest.

bron: chvtb

In de expositie in Openluchtmuseum Het Hoogeland worden twee knipsels uit de kerk van Thesinge tentoongesteld. Een van de knipsels werd naar aanleiding van een ‘restauratie’ van het gebouw in 1786 gemaakt. Het knipsel is gemaakt door Eppo Reint Brongers, schoolmeester in Thesinge en geboren in 1751 te Scheemda. Het knippen van papier nam een hoge vlucht in de late zeventiende eeuw. Lijkt het beoefenen van de knipkunst vandaag de dag vooral een vrouwelijke aangelegenheid, vroeger waren het zeker ook mannen die zich daarmee bezig hielden. Lang niet altijd omwille van een bron van inkomsten, maar vaak om iets omhanden te hebben. Van Eppo Brongers zijn drie werken bekend, waarvan twee zich in de kerk van Thesinge bevinden. Dit maakt ook weer duidelijk hoezeer kerkgebouwen functioneren als bewaarplaatsen van goederen.

bron: groningerkerken

Wat is er te vinden in de digitale archieven over Eppo Brongers ?

Hij is geboren op 6 mei 1752 in Scheemda, met de naam, Eppo Reint. Zijn moeder, Trijntje Jans van Scheemda, was nog niet getrouwd, eerst op 12 januari 1754 trad ze in het huwelijk in Scheemda met, Reint Brongers van Scheemda.

Ze kregen nog drie andere kinderen: Abraham geboortedatum onbekend, Rindeltje in 1755 te Oude Pekela, Christina in 1757 te Groningen, haar doop was in de Oosterstraat. ( moeder heeft dan de naam, Trijntjen Jans Langerveld / Langerhuis ). In de Oosterstraat werd in 1767 een volwassene iemand gedoopt van de familie Abel Langerhuis, vast en zeker familie van Trijntjen.

Het jaar 1781.

In dit jaar gebeurt er veel in de familie Brongers. Eerst het huwelijk van Eppo en Swaantje Haselhoff, (en varianten van de naam) geboren 12 januari 1755, in Wedde.

bron: allegroningers, registratie Groningen 26 mei 1781
bron: allegroningers, huwelijk Thesinge op 15 juni 1781

In het huwelijkscontract van 15 juni 1781 komen we bekende en onbekende namen tegen.

Bruidegomszijde:

De vader en moeder van Eppo en z’n zus, Ringeltje, en een Frouwke Brongers, ik denk een tante, een zus van Reint.

Bruidszijde:

De vader van Swaantje, Albert Hazelhof, haar moeder wordt niet genoemd in het contract, haar naam was, Petertijn Schmaals. En Harmannus Hazelhof, haar broer

En het beroep en plaats wordt genoemd in contract, schoolmeester te Thesinge.

Vader Reint Brongers komt te overlijden en wordt op 1 oktober in Groningen begraven.

bron: Register van de opbrengsten uit de verhuur van lijklakens uit de Nieuwe kerk 1781-1793

Schoolmeesters in Thesinge voor 1781:

Uit lidmaten van Thesinge

22-4-1753 tot Lidmaad aangenomen:
Jan Cornelis Schoolmeester te Thesinge

25-9-1768 met Attestatie van Cantens overgekomen:
Joost Swaagman, schoolmeester te Thesinge

Kinderen van Eppo en Swaantje:

Reinder 1783, Peterdina Catharina 1790 en Trijntje in 1794.

Het benoemen van de kinderen is volgens het boekje, eerst de vader van manskant, Reinder, de dochter naar de moeder van vrouwskant, Petertijn en de tweede dochter naar de moeder van manskant, Trijntje.

Lidmaten:

Eppo Brongers

Garrelsweer 31 maart 1777, met attestatie van Winschoot (vertrokken met attestatie naar Thesinge)

Thesinge,

24-10-1790 als nieuwe Ledematen aangenomen:
Swantje Haselhof huisvrouwe van de Schoolmeester Eppo Brongers

Nb. Deeze bevens staande acte van Claas Mennes aan Eppo Brongers diaken in tegenwoordig. van den Kerkenraad den 8 Nov. 1807 van de Predikstoel des morgens komende overgegeven.

10-4-1805 Buitengewone vergadering. Do. H. Alers, verzoekt wegens “zijn klimmende jaren
zwakheid en onvermogen” van zijn dienst ontslagen te
worden; onderschreven door:
J.F. Heideggers Pred, te Garmerwolde Praeses
H. van WeerdenJansonius assessor en scriba
J. Pesman ouderling
Eltje Gerrits ouderling
Jan Willems deijak
E. Brongers diaak

Op zevenentwentig januari 1808 komt Eppo Brongers te overlijden.

Digitaal kan ik geen akten vinden die dit bevestigen, maar op een website vond ik dit bericht. Vanaf 1811 wordt de burgerlijke stand van geboorte, huwelijk en overlijden bijgehouden in Nederland.

bron: werelate.org
bron: Ommelander courant
03-02-1809

De “nieuwe” schoolmeester.

Jan Jans van Zanten 1785-1847. Op 13 augustus 1811 wordt in Thesinge Jans geboren, z’n vader is schoolmeester.

Hoe ging het verder:

Swaantje Hazelhof

Uit lidmaten Thesinge:

29-10-1809 met Kerkelijke Attestatie na Groningen vertrokken
Swaantje Hazelhoff

Ze gaat alleen naar Groningen, we kunnen dan aannemen dat haar man is overleden. Ze kreeg steun van de familie Hazelhoff. De zoon van haar broer Harmannus komt langs. Arend Hazelhoff, 1784-1847, huisonderwijzer.

Uit lidmaten Thesinge:

13-11-1808 met Kerkelijke Attestatie van Groningen gekomen:
Arend Hazelhoff

13-8-1809 met Kerkelijke Attestatie vertrokken na Groningen
[geen naam, vermoedelijk de hiervoor genoemde Arend Hazelhoff]

In 1813 komt Zwaantje Brongers-Hazelhof in Groningen te overlijden, in de akte staat als haar beroep, bakkersche. Haar zoon Reinder was broodbakker in Groningen. Een dag later komt haar kleindochter Swaantje, 14 maanden oud, te overlijden.

bron: groninger archief

Hoe verder ?

De drie kinderen:

Reinder, broodbakker in de Heerestraat Groningen, 1783-1860. Zijn eerste vrouw, Willempke Piekes de Vries is in 1817 overleden, in 1819 trouwde hij voor de tweede keer met Trijntje Buiring.

Peterdina Catharina, broodbakkersche Groningen, 1790-1852. Haar man was, Jacob Jans Faber, brood-koekbakker. Hun huwelijk was in 1814, ik denk dat moeder onderdak heeft gevonden bij haar oudste zoon.

bron: NvhN 23 maart 1852

Trijntje, Groningen, 1791-1842.

Broers en zussen en klein- en- achterkinderen van Eppo en Swaantje:

Abraham Brongers, de broer van Eppo, bij de doop van z’n zoon Abraham junior, in aug. 1797 in Groningen, was vader senior overleden.

Het zoeken naar meer gegevens over zijn beide zussen, Rindeltje en Christina, heeft niets meer opgeleverd.

Harmannus Hazelhof, 1751-1786, koekebakker (cake baker) te Groningen.

bron: Register van de opbrengsten uit de verhuur van lijklakens uit de Martini kerk 1783-1793

Een kleinzoon van Eppo en Zwaantje, Eppo Brongers, de zoon van Reinder en Trijntje Buring, gaat, net als opa, ook het onderwijs in.

bron: delpher

Custor, 1) Bewaarder 2) Bewaker 3) Bewaker (Latijn) 4) Bewaker in een museum 5) Bladteken 6) Bladwachter 7) Conciërge 8) Eerste lettergreep van de volgende bladzijde 9) Geestelijk ambt in de Rooms-Katholieke Kerk 10) Huisbewaarder 11) Klapper 12) Koster 13) Opzichter 14) Opzichter in een museum 15) Opzichter in museum ( bron: encyclo )

Hier stopt de zoektocht naar gegevens van deze kleinzoon Eppo Brongers, 1820-1898.

bron: NvhN 29-10-1898

De koekfabriek van kleinzoon Eppo Faber, 1824-1906.

Hij was een zoon van Jacob en Peterdina Catharina.

bron: Opregte Haarlemsche Courant
30-06-1859
bron: Leeuwarder courant
08-12-1892
bron: groninger archief

Achterklein zonen.

F.(Fokko) Faber is de zoon van Eppo Faber en Aaffien Sonies, Fokko is geboren in 1855 en in 1940 overleden.
bron: amsterdammuseum
bron: NvhN 25 maart 1906

Waar stond nu die koekfabriek in Groningen ?

In de advertentie van 1892 stond als adres vermeld, Nw. Ebbingestraat 50 Groningen, het zoeken naar een foto op de beeldbank Groningen leverde geen resultaat op. Via de site van het Groningerarchief een bouwaanvraag van Fokko Faber, uit 1882 gevonden met een tekening.

bron: groningerarchief

Het is een hoekpand, de zoektocht gaat verder. Een foto uit het jaar 1910-1915. ( aan de rechterkant in het midden )

bron: beeldbank groningen
bron: beeldbank groningen
bron: chvtb, foto sept. 2020
bron: chvtb, foto sept. 2020
bron: chvtb, foto sept. 2020

De eerste Eppo Reints in Scheemda, was in 1646, volgens allegroningers.

bron: allegroningers

en de laatste, gevonden via delpher, is een overlijden van Eppo Faber, 82 jaar in 1963, hij is de zoon van Fokko Faber.

bron: NvhN 19 april 1963

Een vraag.

Soms duikt er uit het niets opeens een schilderij van een oude meester op, of een muziekstuk of …

Van Eppo Brongers zijn drie knipsels bekend, ligt er ergens op zolder of in een doos, kist nog meer van hem ? Bij de familie of in de gemeente Ten Boer of……..?

bron: chvtb
Bronnen: open archieven, allegroningers, delpher, encyclo, amsterdammuseum, groningerarchief, werelate, lidmaten Thesinge, groningerkerken, thesinge.com, haye van den oever, ons eigen archief

1 reactie

  1. Margrietha Afman

    Nomde Engels (Afman) (1753-1813) schoolmeester in St. Annen.

    Nomde Engels is aan het begin van de 19e eeuw schoolmeester in St. Annen.
    Hij is in 1779 met Anje Ockes uit Thesinge gehuwd. In 1780 kopen ze in St. Annen een huis van Willem Julles. De tuin wordt van de Nederduits Hervormde kerk in St. Annen gepacht. Daarvoor betaalt hij jaarlijks de “heemhuur” van 3 gulden en 3 duiten. In 1800 werd hij samen met zijn zoon Engel Nomdes aangenomen als lid van de kerk. In 1803 is hij collector van de kerk. In 1805 onderwijzer.
    Zijn naam komt voor in het archief van het schooltoezicht op het lager onderwijs in de provincie Groningen, dat tussen 1801 en 1813 werd bijgehouden. De districtsopziener Reddingius, predikant in Schildwolde, hield jaarlijks de staat van het openbaar onderwijs in het kanton Loppersum bij. De controles waren niet overbodig gelet op het grote aantal klachten die de districtsopziener kreeg over hoogbejaarde en onbekwame onderwijzers. Om hun kwaliteit te beoordeling ontwikkelde men een systeem van rangen en gradaties. Er waren vier rangen. De vierde en derde rang kregen de onderwijzers die een geringe vaardigheid in lezen, schrijven en rekenen bezaten. De tweede rang was voor de onderwijzers die in al deze vakken “bedreven” waren en “in beschaafdheid en verstand uitmunten”. Voor het beoordelen van de kwaliteit waren er drie gradaties: goed, middelmatig en slecht.
    Nomde Engels heeft geen rang en wordt in 1809, 1811 en 1812 in de rapportages van de districtsopzichter als “slecht” beoordeeld. De school behoorde tot de laagste rang. In 1812 neemt Nomde Engels de achternaam Afman aan. Hij blijft onderwijzer tot aan zijn overlijden in 1813. Na zijn overlijden wordt Jan Pieter Russeling tijdelijk onderwijzer op de openbare lagere school in St. Annen.

    Noten:
    GA= Groninger Archieven
    GA Gerechten in Fivelingo. Toegangsnr. 733.Inv. 416. fol. 216.
    GA Hervormde gemeente Ten Boer. Register van uitgaven en ontvangsten, 1804-1884. Toegangsnr. 304. Inv. nr. 29.
    GA Archieven van het schooltoezicht op het lager onderwijs in de provincie Groningen, 1801-1813. Toegangsnr. 888. Inv. nr. 17.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Het modereren van reacties is ingeschakeld. Het kan even duren voordat je reactie wordt weergegeven.