Het thema van de Open Monumentendag van dit jaar is ‘Levend erfgoed’. Onder dit type erfgoed vallen gewoonten, gebruiken, sociale praktijken, feesten en ambachten. Denk bijvoorbeeld aan de Groninger taal, volksverhalen en typische Groninger eet- en drinkgewoonten als de welbekende eierbal en ranja, en de jaarlijkse viering van het Groningens Ontzet. Daarnaast vallen ook beschermde dieren- en plantenrassen onder levend erfgoed, waaronder de Groninger Blaarkop en mollebonen.
Anders dan de tastbare stenen van een monument, is levend erfgoed voortdurend in beweging en verandert het mee met de tijd én van beoefenaar tot beoefenaar. Deze tradities, gebruiken en ambachten zijn vaak onbewust al aanwezig in de monumenten, maar maken wij dit jaar nóg zichtbaarder tijdens Open Monumentendag. Op 9 en 10 september barsten de monumenten in de gemeente Groningen uit hun voegen van levendigheid!
Veel programmaonderdelen hebben te maken met de Groninger taal of volksverhalen, maar soms hebben ze ook een heel ander thema. Dat is het mooie aan een breed thema als levend erfgoed: er is voor ieder wat wils! Bezoek een gratis flitslezing, mini-concert, voordracht of broescursus. Of neem een kijkje bij een tijdelijke tentoonstelling, luister naar verhalenvertellers of maak een volksverhalenwandeling onder begeleiding van een expert.
De plaatsen.
Noordlaren, Groningen, Garmerwolde, Haren, Lellens, Sint Annen, Ten Boer, Ten Post, Thesinge, Winneweer, Woltersum.
Een greep uit het programma.
Garmerwolde.
De voormalige coöperatieve stoomzuivelfabriek Garmerwolde – Thesinge is gestart in 1889. In 1919 zijn de werkzaamheden beëindigd na een fusie met de melkfabriek in Middelstum.
Vaste expositie over eetcultuur en hoe we eten bewaren. Ook de bereiding van boter en kaas krijgt aandacht.
Thesinge.
Broescursus Grunnegs door Olaf Vos – Dorpshuis Trefpunt Thesinge.
Deze broescursus Grunnegs is geen saaie les met droge theorie over het Gronings dialect, maar een interactieve show met een flinke dosis humor.
Van toerist of nieuwkomer tot geboren Stadjer en mollebonen, iedereen kan meedoen aan deze workshop. Aan het einde van de les heeft iedereen iets geleerd en op zijn minst een leuke tijd gehad.
Oer-Groninger en taaldocent Olaf Vos leert jou van alles over de Groningse taal. Welke woorden zijn onmisbaar, wat moet je wel en wat absoluut níet zeggen en ontdek de betekenis van typisch Groningse spreekwoorden. Dus: “Pen en pepier bie der haand? Joa? Din goan we lös! Leer Grunnegers proaten mien jong!”
Woltersum.
Kerk Woltersum.
Het interieur van deze kerk ademt de sfeer van de 19e eeuw met enkele onderdelen uit vroeger tijden. Het opmerkelijkste interieurstuk is de kansel uit 1530 waarvan enkele panelen van de laatgotische kuip zijn beschilderd. Te zien is de geseling van Christus, Christus voor Pilatus en de Kruisiging. Tot 1765 stond hier een grote middeleeuwse kerk. In de westgevel zit nog de oude sluitsteen van het voormalige westportaal met het jaartal 1765. Curieus aan deze kerk is dat hij ten opzichte van de middeleeuwse kerk een halve slag gedraaid is.
Ten Boer.
Line Huizinga-Onnekes: volksverhalen en knipselkunst.
‘Het verhaal van De Koffer’
Line Huizenga- Onnekes, de Folkloriste uit Ten Boer heeft vele volksverhalen aan de vergetelheid ontrukt en in boekvorm nagelaten. Maar ze was nog niet klaar. Naast haar sterfbed stond in 1956 een koffer vol met verhalen over de levens en werken van Knipkunstenaars in Nederland en Europa. Van eenvoudige boeren tot adellijke heren.
Jan Peter Verhave kreeg de koffer in 1983 door de erfgenamen toevertrouwd en nam veel van deze verhalen over in zijn boek Geknipt! Geschiedenis van de Papierknipkunst in Nederland. Er zat nog veel meer in die koffer. Wat? Dat komt hij vertellen op zondag 10 september om 13.00 en 15,00 uur in twee korte lezingen met lichtbeelden.
——
Jan Peter Verhave is expert op het gebied van de papierknipkunst. In deze lezing over de geschiedenis van knipselkunst vertelt hij over het grote belang van het werk van Line Huizinga-Onnekes. Zij was boerin en volksverhalen- en knipselkunstverzamelaar uit Ten Boer. In Galerie TroosT is bovendien de tentoonstelling Knipwerk te bezichtigen.
Bottema (1913 – 1968) heeft met drie scharen (middelgrote schaar, kleine schaar en druivenschaartje) 61 jaar geleden de artistieke knipkunst op vijf kinderzegels toegepast. Deze prentkunsttechniek, als eeuwen oude volkskunst, toont daarmee inhoud-technisch nu wel een achterhaald, conservatief / behouden en/of nostalgisch wereldbeeld. Bottema’s benadering is niet alleen op de postzegels toegepast, maar ook op de kinderzegelkaarten. Deze kaarten staan in de filatelie bekend als maximumkaarten.