Het eerste gedeelte uit de notulen is te vinden op deze site, zie het van bericht van 1 mei jl.
In 1953 werd het 25e bestaan gevierd van het departement Ten Boer e.o. Onder de goede rekenaars, de oprichting moet dan in het jaar 1928 zijn geweest.
bron: NvhN 10 januari 1928.
bron: NvhN 17 februari 1928.
(gevonden een Frans Hullemans, Amsterdam. Journalist, kandidaat-lid Bond van Revolutionair Socialistische Intellectuelen.)
bron: NvhN. 6 oktober 1928.
Nog een datum, uit Groninger Archief, 1914.
In de 19e eeuw was er ook al een Nut departement in Ten Boer e.o.
Een briefkaart uit 1938, gericht aan de secretaris van het Nut, de heer J.K. de Blecòurt. De afzender is, mevrouw Eilina Johanna Huizenga-Onnekes.
Theodorus Adriani Hoen, 1815-1885. Predikant in Woltersum.
Berend van Delden, 1837-1900. Houthandelaar en wethouder van Ten Boer (1887-1900).
Regnerus Petrus Reddingius, 1850-1900. Hij is op 31 december overleden in Harrisburg USA.
W. de Boer, verdere gegevens onbekend.
Verder terug in de tijd.
Uit de Groninger Courant van 15 augustus 1856.
bron: Jaarboeken der maatschappij tot nut voor…, 1854.
bron: NvhN. 5 november 1899.
Hendrik Blink, 1852-1931. Hoogleraar economische geografie.
Verder met het notulenboek van 1943-1968.
Jan Boer, Rottum 1899 – Groningen 1983, was een Gronings dichter en schrijver. Vanaf 1924 was hij leraar aan de Rijksleerschool in Groningen en in 1946 werd hij directeur in Meppel van de kweekschool.
De eerste dichtbundel van Jan Boer, Nunerkes, verscheen in 1929 en was geïllustreerd door Jan Altink , lid van De Ploeg Meer bundels volgden en daarnaast schreef hij verhalen die in het Nieuws blad van Noorden verschenen en later gebundeld werden, en een aantal toneelstukken Hij schreef ook over taalkundige onderwerpen, zoals de verschillen tussen het Nederlands en het Gronings en over de positie van de streektaal ten opzichte van het Standaardaardnederlands. Hij was vanaf 1956 voorzitter van de Grunneger Schrieverskring. In dat jaar werd hem de Hendrik de Vrisprijs van de stad Groningen toegekend.
Jan Boer heeft wel de cursus gegeven en ook heeft hij diverse lezingen gegeven, voor het Departement Ten Boer.
De Nederlandsche Kultuurkamer was een door de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog ingesteld instituut, waar alle kunstenaars, architecten, schrijvers, journalisten, muzikanten, filmacteurs en podiumartiesten bij aangesloten moesten zijn om te mogen werken. Het oogmerk was de pers en de kunstenwereld onder strenge controle te houden en waar nodig te censureren. De Kamer was onderdeel van de nazificatie van de Nederlandse samenleving tijdens de bezetting.
Uit het jaarverslag 46-47, “in de regel drie avonden met een lezing en een avond “eigen kracht”.
Voorbeelden van de lezingen;
Het hoofdkantoor van het Nut had lijsten met namen en onderwerpen van sprekers. De plaatselijke afdeling kon hier uit kiezen, of je verzorgde zelf een spreker.
februari 1946, Fop I. Brouwer, 1912-1991. Bioloog en publicist, zijn lezing had als onderwerp, “dieren zien en leren kennen”.
november 1946, Jozef Cohen, (google de naam) 1886-1965. Schrijver en bibliotheekman, de lezing ging over zijn trilogie “mensen met sterren”
Verder gingen de lezingen o.a. over; Benelux, federatie Europa, Eise Eisinga planetarium Franeker, J.H.Pelleboer uit Eelde, hij gaf in 1955 een lezing met de titel “hoe komt een weerbericht tot stand”. Begin jaren vijftig, “De communistische visie op de mens” was het onderwerp van een lezing.
In 1956 ging het over Het Delta plan, de NAM kwam in 1957 langs met de oliewinning. Esso heeft in 1961 een filmavond verzorgd, over “aardolie industrie”
Ook de commercie kwam gratis langs, ESA’s reisbureau en Agfa (o.a. fotorolletjes)
“Op 26 januari 1965 hield de N.A.M. met medewerking van het gasdistrict, waartoe wij behoren ons bezig met een toegelichte film over haar werk bezig. De heer Start was door ons in de gelegenheid gesteld om met een tentoonstelling op praktijk in allerlei mogelijkheden kennis te maken. De belangstelling was jammer genoeg niet erg groot”
bron: NvhN. 17 januari 1964.
Eind 1966 gaf inspecteur Gool uit Winschoten een lezing over “verdovende middelen” en in 1967 met de titel “Ontwikkeling sociale dienstverlening”
Een spreker die vaak werd genoemd in de notulen was, G.B.J.Hiltermann. Hij heeft Ten Boer nooit gezien, zijn prijs was 100-150 gulden en dat kon de afdeling van Nut niet betalen, voor een avond over “de toestand in de wereld”
Ledenaantal van het departement in de loop der jaren;
Na de bevrijding in de jaren 1945-1946 het hoogste aantal leden ooit, 100 mannen en vrouwen waren lid. In 1954 was het ledenaantal terug gelopen naar zevenenzeventig en 1969 waren er zestig mensen lid van het Nut.
Voorbeeld van op eigen kracht, een feestelijke avond.
Er werd een toneelstuk opgevoerd met de naam “de heilige vlam”. Gevolgd door een paar kleine schetsjes;
“de stamvader” en “bureau gevonden voorwerpen”.
Onderwerpen die geregeld in de bestuursvergadering langs kwamen waren o.a.
Bibliotheek, jeugdwerk, dorpshuis, jeugdbibliotheek. Vanaf 1966 werden de lezingen samen met de plaatselijk afdeling der Plattelandsvrouwen georganiseerd. De kostenpost was voor het Nut steeds zwaarder aan het worden en het ledental liep terug. De hoogte van de jaarrekening was gemiddeld 600-700 gulden.In 1963 had de bibliotheek 21 lezers en de boekenkeuze werd aangevuld met boeken uit de Reizende Bibliotheek.
In 1959 bestond de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen, 175 jaar. In de Stadsschouwburg van Groningen werd dit o.a. gevierd met een optreden van Cilly Wang (google die naam), van het Departement Ten Boer e.o. hebben drieëntwintig leden deze avond bezocht.
Locaties van de lezingen en vergaderingen;
H.Kloosterhuis, café Groeneveld, café Radema, café Velthuis in Woltersum, café Bouma en café Dost.
bronnen:
Delpher, Gerd Arntz, Google, Open Archieven, Groninger Archief, Archief van de familie Arkema en het notulen van het departement der Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen Ten Boer e.o.