Menu Sluiten

Tien extra pagina’s uit het verslag van. Obbo Johannes Scherphuis. 31 augustus – 2 september 1943.

namen of woorden die niet duidelijk te lezen waren zijn van een ? voorzien.

Ten Boer, 31 augustus 1943.

‘s Nachts één uur inval in Distribtie Kantoor.

De leider door 3 gemaskerde mannen uit zijn bed gelicht en onder bedreiging met revolvers meegenomen naar ‘t Distributie Kantoor. Kluis en binnenkamer geopend en vrijwel geheel leeggeroofd. Tegen half vier werd ik door Frima telefonisch gewaarschuwd. ‘k Heb mij naar Hoekstra begeven waar Frima zich toen bevond. Ook onderluitenant Wielsma was reeds hier.
Daarna Richters opgehaald en Centraal Distributie Kantoor te Hattem en den heer Kos? te Groningen gewaarschuwd.
Onderzoek ingesteld door de Nederlandse politie en den kapitein Knorr der S.D.
Om kwart na vijf terwijl ik in Appingedam een vergadering van den schoolartsendienst, kring Appingedam, bij woonde door de SD opgehaald. Thuis even gestopt om een jas te halen en Bouwina en Aal te groeten.
‘t Geheele overige personeel met een overvalwagen naar ‘t Scholtenshuis overgebracht, ik per luxewagen. Na verhoor ingesloten in ‘t huis van bewaring. Tegen half 9 kwam ik daar tegelijk met
Meester W.H. de Boer aan. Ingeschreven bij de portier, waar alle onder nummer 848. Voorwerpen van waarde werden genoteerd en opgeborgen. Toen in de cel; bovenkleeren uittrekken welke door den bewaarder werden meegenomen. Order: nu maar onder de wol. Ik vroeg om een boterham daar ik na 12 uur niets gegeten had. De bewaarders bracht mij toen een homp koek en een kroes water. Ik zat als arrestant in cel 16, parterre N.W. zijde.

*Tekst naast het klaptafeltje rechts:
Onder het hoekkastje bevindt zich een bakje voor afval plus stoffer en blik.
Op de tafel plusminus zes leesboeken en een dambord met schijven.

Naast de spiegel, nummerplaat 16.

Tussen spiegel en kastje rechts in de tekening: handdoek en vaatdoek.
Kastje bevattend: schoenpoets, bord, kroes, waschkom, zoutpotje, boterpotje, lepel, mes, vork. Terzijde kam en zeep.

Rechts voor in de cel een reserve stroozak.
Voor een raam midden, de celdeur.
Links een mand enveloppen. Een opklapbare krib. Stroozak, 1 molton, 1 wollen deken.

Deze nacht vrijwel totaal niet geslapen. Van 11 uur ‘s avonds tot plusminus 4 uur ‘s morgens steeds overvliegers. (Berlijn)

1 september 1943.

Om half zeven gewekt door de bel in de hal. Even later kwam de bewaarder om de w.c. emmer leeg te halen en schoon water te brengen. Zelf moet je na het openen van de deur deze zaken in de hall deponeeren, maar dat wist ik toen nog niet. Daarna kwam een bewaker, die ik kende als voormalig koster van de Ned. Herv. kerk te Appingedam, mijnheer “tafelzilver” brengen.
Ik kleede mij en toen ik hiermee gereed was werd ik opgehaald en in een badcel gebracht. Na een douche bad kon ik mij kleeden en werd ik in de cel teruggebracht. Spoedig kwam er weer een bewaker die mij vroeg of ik ook van de Catine wilde profiteeren. Natuurlijk ja! De voordeelen bleken te zijn: 1 cigaret per dag, wat wei-pasta voor de boterham, wat zout en wellicht en ernolumenten? die ik door den korten duur niet genoten heb.
Daarna weer een ander die mij vroeg of ik ook werken wilde. Enveloppen vouwen. Vanzelfsprekend ook Ja!
Ongeveer 10 uur: luchten. Er worden zooveel cellen leeggehaald als er luchtkooien zijn.
Maar één voor één, zoodat men mede-gedetineerden niet ziet. Met z’n celgenooten komt men in zoo’n luchtkooi. Aangezien ik in de cel alleen zat bleef ik ook in de kooi alleen. Deze is plusminus 5 M. lang en van onderstaand model.

Scherphuis beschrijft de ruimte: Door de deur met kijkgat, links en rechts een muur, 4 M. hoog, aan voorzijde tralies, boven zich een kooi.

Voor ik de kooi inging werd me gevraagd of ik me ook voor de catine opgegeven had. Op mijn ja werd mij een cigaret gepresenteerd die ik aan een gasvlam aan kon steken en in de kooi oprooken. De peukjes mee terug nemen. Deze werden netjes verzameld en doen na verwerking zeker nog weer dienst. Korten tijd nadat ik in de cel terug was werd ik overgebracht naar Cel 32 waar ik aantrof Dr. J. A. Gischler van Sappemeer. Ik verbleef nu op de 2de étage zuidzijde.
Dit was een aangenaam celgenoot die verdacht werd een zenuwpatiënte naar een aangewezen inrichting te willen brengen omdat ze N.S.B. was.
Om 12 uur ging het luik in de deur open en werden 2 blikken “gortsoep”, gort. melkpap doorgegeven. Dat was het “diner.” Ze smaakte goed, we voegden wat boter en suiker bij en namen een peer en een bonbon als dessert. Uit deze cel was namelijk den avond tevoren
Ds. Mulder? Geref. predikant uit Wijster ontslagen. Deze dominé was 31 Augustus jarig en mocht op dien dag bezoek en een pakje levensmiddelen ontvangen van zijn vrouw. Terwijl zijn vrouw nog bij hem was werd hij op het Scholtenshuis ontboden en een uur later was hij vrij. Het pakket inhoudende vele boterhammen met spek, een rookworst, suiker, boter, kaas, bonbons, fruit en een paar gaargekookte eieren liet hij achter. Na den eten de boel afgewaschen en toen kwam er een bewaarder ons werk brengen bestaande uit het vouwen van de bekende groene giro-enveloppen. We hebben weinig gevouwen, wat gelezen en gebabbeld zoodat de tijd vloog.

‘s Middags werden we weer gelucht, nu met z’n tweeën en de Dr met de groote nummerplaat 32 op de borst nu zonder cigaret. Als je in de kooi bent klinkt het commando “wandelen” en dan hoor je het geklop- klos van de op klompen loopende gedetineerden in de andere kooien.
Je loopt er net heen en weer als een tijger in in z’n kooi.
Na terugkomst hebben de dokter en ik enkele spelletjes gedamd maar ik? Verloor ze alle smadelijk. Toen weer enveloppen vouwen, hierin werden we zeer bedreven. Even vóórdat de bewaarder ons het avondeten, bestaande uit een homp droge kuch met een kroes, “koffie” brachten werd mijn celgenoot weggeroepen voor verhoor. Toen ik gegeten had kwam hij terug -vrij- Hij heeft nog vlug iets gegeten en moest toen inpakken en weg.
Ik bleef alleen met de erfenis van de dominé en mijn gedachten. Maar weer wat enveloppen vouwen, een half uurtje lezen en om half 9 onder de wol. De bewaker gaf mij een standje, ik had moeten wachten tot hij kwam om het “tafelzilver” en gereedschap zelf buiten de cel te hangen.
Ik sliep vrijwel direct in en in een stuk door tot zes uur ‘s morgens.

Volkomen uitgerust stond ik om half zeven op om mijn dagtaak te beginnen.

2 september 1943.

W.C., vuil en schoonmaakemmer bij de deur zetten. Als de bewaarder deze opent de boel in de gang zetten. Bed opmaken, schoenen poetsen, cel aanvegen, wasschen, verder kleeden en dan voor de variatie maar enveloppen vouwen. Om 8 uur ontbijt, de kuch gemeubileerd met de erfenis van den pastor en toen eerst een poosje lezen.
Juist hiermee begonnen ging de deur open: “Is U- O.J. Scherphuis?” “Jawel” -U moet de stad in-
“Gelukkig.” Ik was blij verhoord te zullen worden want voelde me zeker en volkomen fit.
Buiten de cel moest ik wachten op Sliep en Veldman die ook mee moesten. Beneden wachtte ons kapitein Knorr van de S.D. die ons in z’n luxe wagen meenam naar het Scholtenshuis.
Hier, ‘t was kwart voor 10, werd ik met een half uur onderbreking verhoord tot 12 uur. De klok
speelde juist 12 toen ik op de Groote Markt stond. Het verhoor betrof eerst mijn persoon en verder het personeel. ‘t Werd volkomen correct afgenomen. hij? werd gezegd dat Sliep en Veldman ook vrij kwamen en dat Frima en de Boer ‘‘s middags zouden worden verhoord.
“Streng” zou dat zijn. Nogmaals betuigde ik dat naar mijn mening allen onschuldig waren, ik bedankte voor het correcte verhoor en ging de vrijheid tegemoet.

Eerst naar Frouwk om het haar te zeggen, haar enkele telefoons op te dragen en …… een dubbeltje te leenen voor de tram om mijn spullen op te halen uit het Huis van bewaring. Daar trof ik reeds de beide anderen. Samen met de tram naar ‘t Zuiderdiep en vandaar per taxi naar ten Boer. Blijde incomst- en een prettig gevoel vrij te zijn- vrij en ongebroken.

Toen ik weg was werden Bouwina en Aal bezocht door:

S. Iwema- Bakker / Ds. Barnouw / Jeltje / de Kosters / Ietje / Secretaris / Bram / Th. Doornbos / Karie /
J. De Vries App’dam / Bouwien de Boer / H. Wiersum / Anderson / Buurvr. Ritsema / G. Noorman / de Papegaaien.
Getelefoneerd werd door:

Vinkers- Westerlee / van der Zijl- Ezinge / Nienhuis- Rotterdam / Tante Jo / Iwema Bakker / Nieland- Groningen.

Frouwk kwam elke avond even thuis. Ze is verschillende keeren, één keer met Aal, naar ‘t Scholtenshuis geweest. Welleman van Delfzijl heeft zich ook ingespannen.

2 september 1943.

Bij mijn terugkomst ontvingen we bezoek van:

de Kosters / Weth. Doornbos / Weth. Koopman / Bram / Rick Dijkstra / Bonno Wildeman / Jaap Anderson /
Chef Haan / Al en Ellij / Frouwe / Annie / Ko en Iet.

Na de overval.

“Verder kan ik nog meedelen dat mijn vader (Aldert Veldman 1910-1991) toen op het distributiekantoor werkte en 3 dagen in het Scholtenhuis gevangen gezeten heeft.

Drie weken eerder op 10 augustus ben ik geboren met de hulp van huisarts van der Meer die na de oorlog burgemeester van Ten Boer was.” ( bron: Henk Veldman )

wie is wie op de foto ?

Een paar namen van de mensen op de foto zijn bekend, Rens Rozema (de verloofde van Wim van der Wees), Hendrik Frima en de bovenste rij, uiterst rechts, Aldert Veldman.

Meer weten over het distributiekantoor Ten Boer ? Op deze site te vinden, 30 oktober en 20 november 2021.

Met dank aan onze voorzitter, Henk Boels.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *