“80 jaar na dato”
Kornelis Willem Medema.
Evert Medema was kleermaker. Hij wordt in 1882 geboren in Broek, een gehucht bij Eenrum op het Hogeland. Hij trouwt in 1909 met Martje Doornbos en ze krijgen drie kinderen, die alle drie in Broek/Eenrum geboren worden: Metta, Kornelis Willem (1911) en Anje. De familie Medema verhuist van Eenrum naar Ten Boer, waar vader Evert o.a. actief wordt bij muziekvereniging Volharding.

Zoon Kornelis Willem is gedurende de oorlog actief in het verzet. Op zijn kaart in het OVCG wordt als huisadres aangegeven: Burgemeester Triezenbergstraat 22 in Ten Boer. Dat is hetzelfde adres als Klaas Dijkstra, gemeentesecretaris van de gemeente Ten Boer en ook betrokken bij het verzet. Op de kaart van Kornelis Willem staat aangegeven dat hij actief is voor de LO, de Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers.

bron: OVCG.
Na de oorlog woont hij aan de Heereweg en de Parkweg in Groningen en is hij rijksambtenaar bij het Nederlands Beheersinstituut, de organisatie die de vermogens en tegoeden van weggevoerde Joden en van opgepakte NSB-ers beheerde. Dit instituut wordt in 1951 opgeheven en daarna gaat Kornelis Willem als handelsagent door het leven.
In 1947 is hij getrouwd met Janna Sietske Wichers, maar in 1948 wordt de scheiding alweer uitgesproken. In september 1949 trouwt hij in Utrecht met Frederika Nebbeling, van haar scheidt hij in 1963. De scheiding wordt op verzoek van Frederika door de rechter uitgesproken. In de officiële bekendmaking in de krant staat dat de verblijfplaats van Kornelis Willem onbekend is. Op de dag van de scheiding, 25 september 1963, wordt hij ook failliet verklaard. Hij woont vervolgens een een paar jaar in Amsterdam en vertrekt in september 1965 naar Duitsland. Wanneer zijn vader Evert in 1976 overlijdt in het bejaardenhuis Bloemhof in Ten Boer, staat bij de naam van Kornelis in de rouwadvertentie de woonplaats Münster vermeld. Zijn zussen Metta en Anje zijn dan beide getrouwd en wonen in Groningen.
Volgende week woensdag 12 februari.
het portret van Harm Mulder.
Portrettengalerij:
familie Kwant 15 januari, Alko van Iddekinge 22 januari, Rosetta Cohen en Hartog van Hasselt 29 januari.
Aan het eind van alle portretten worden de bronnen die gebruikt zijn voor het schrijven van de verhalen vermeld.