Menu Sluiten

Snippers

De verhalen van de tweeling, Ina en Volkert Keijzer uit Amsterdam, ze waren hongerevacués en ondergebracht bij pleeggezinnen in Ten Boer. U kunt hun ervaringen vinden op deze site onder het kopje “Verhalen”.

bron: familiearchief Keijzer

Het boek “Inundatie 1944-1945, in woord en beeld”

uitgave Profiel Bedum, november 1985.

Op blz. 35 lezen we, enkele citaten uit de verslagen van burgemeester Scherphuis, over wat aan de inundatie vooraf ging, aan de Commissaris der Provincie Groningen, de heer Saargaard.

Wat mij opviel, waren drie namen en data. Drie mannen die dood uit het Damsterdiep werden gehaald.

Dhr. B.J.C. Rijnders

“op 9 mei 1943 werd het lijk van B.J.C.Rijnders, oud 33 jaar, directeur van een Coöp. Hypotheekbank te Hilversum, tussen Ten Boer en Garmerwolde uit het Damsterdiep opgehaald. Het hoofd vertoonde enige schotwonden”.

Naam:Rijnders, Bernard Jacques Cornelis Schuilnamen:Iterson Gebeurtenis: Op het station van Groningen gearresteerd na een tip van een Groningse vriendin van Keijer, die de dag ervoor geliquideerd was, 1944-04-23. Hij had niets met de zaak te maken maar werkte vermoedelijk wel in de illegaliteit [Zie ook het document bij de kaart van Tieba Heeren voor een nadere toelichting]Standplaats:Hilversum Verzetsactiviteiten:broer van ds Edward Bernard Rijnders Nieuwolda, toenmalig predikant.Beroep:Bankdirecteur Coop hyp bank Geboren:1911-04-05 te Doornspijk (Gld)Overleden:1944-04-23BS-Rapport:Zie krantenverslag dd 1946-07-09, Bezettingstijd in Friesland, p. 256-263Bijzonderheden:’s Avonds aan het Damsterdiep bij Garmerwolde doodgeschoten door Lehnhoff en andere SD-ers. Verraden door R. Jacobs-Kosmis. Zijn lichaam is op 1944-05-09 om 10:15 aangetroffen in het Damsterdiep (bij Garmerwolde). Zijn lichaam kon geïdentificeerd worden doordat zijn persoonsbewijs in zijn sok werd aangetroffen. Hij werd begraven op begraafplaats “Den en Rust” te Bilthoven, grafligging vak HH, nummer 18.

bron: Groninger Archieven

Gedeelte uit een verslag over gijzelaars en represailleacties 

thumbnail

Enkele bijzonderheden betreffende de heer B.J.C. Reijnders uit Hilversum, plus een gedeelte uit een verslag over de moorden gepleegd door Lehnhoff 

thumbnail

Rijnders, Bernard Jacques Cornelis

Geboortedatum:5 april 1911 (Doornspijk)Overlijdensdatum:25 april 1944 (Garmerwolde, gemeente Ten Boer)Begraven op:Nederlandse Oorlogsgraven Bilthoven te Bilthoven
Vak: HH. Graf: 18.

Biografie

Woonde in Hilversum, Ministerpark 6a. Zoon van Bernard Jacques Cornelis Rijnders (23 augustus 1881 Middelburg – 10 januari 1969) en Françoise Caroline Gunning (23 juli 1881 Klundert – 5 november 1978). Ongehuwd. Bankdirecteur. Verzetsdeelnemer. Na de liquidatie van de Duitsgezinde onderluitenant van de Staatspolitie Jannes Keijer (1*) belde weduwe Reintje Jacobs-Kosmis (2*) op de ochtend van 23 april 1944 Sipo-voorman Robert Lehnhoff (3*) op dat ze informatie over de moord op Keijer had. Lehnhoff zag haar als een belangrijke bron. Zij was de minnares van Keijer geweest. De vrouw zou in het vervolg vaker als zijn informante fungeren. Tijdens een ontmoeting in een hotel deelde Jacobs-Kosmis hem mee dat Keijers moordenaar de volgende dag met de trein naar het Westen zou reizen. 

Op de dag van de moord had Rijnders, die in het verzet zat, Tiba Heeren verteld dat hij in de trein Keijer had ontmoet en met hem had gesproken. Heeren gaf dit nieuwtje door aan haar vriendin Reintje, die een en ander met elkaar combineerde. Josef Kindel (4*) en Evert Cornelis Drost (5*) kregen opdracht om Rijnders, die de naam Iterson gebruikte, in de trein op te pakken. Uit zijn papieren bleek dat hij verzetsactiviteiten in Hilversum en omgeving ontplooide. Met de moordaanslag had hij echter niets te maken. In de nacht van 25 april 1944 reden Lehnhoff, Kindel, Drost en chauffeur Mowinski (6*) met Rijnders naar Ten Boer. 

Op een stille plek aan het Damsterdiep schoot Lehnhoff hem van een meter neer. Op bevel van Lehnhoff vuurden hierna ook de andere aanwezigen, met uitzondering van Kindel, op Rijnders. Zijn stoffelijk overschot werd de volgende dag bij Garmerwolde door een plaatselijke politieman gevonden (7*). Tegen Jacobs-Kosmis is na de oorlog wegens verraad de doodstraf geëist. Zij kreeg in Groningen van het Bijzonder Gerechtshof levenslang. Eind april 1947 bevestigde de Bijzondere Raad van Cassatie deze straf, die later in twintig jaar detentie werd omgezet. In 1959 kwam zij op vrije voeten. Dirk Rijnders, een broer van het slachtoffer, was 31 jaar burgemeester, onder meer van Amstelveen en zat acht jaar voor de Christelijk Historische Unie in de Eerste Kamer.  Bron: tracesofwar.nl

(7*) De Oorlogsgravenstichting noemt 9 mei 1944 als overlijdensdatum. Zij baseert zich op de aangifte van de aanspreker dat Rijnders op 9 mei 1944 om kwart over tien ’s morgens overleden is bevonden. Bij de volgorde van de gebeurtenissen, zoals Brinks die beschrijft, komt men echter uit op 25 april 1944 als sterfdatum: op 22 april 1944 werd Keijer gedood; op de ochtend van 23 april 1944 krijgt Lehnhoff het telefoontje van Jacobs-Kosmis; zij vertelt Lehnhoff in het hotel dat de moordenaar, in haar ogen Rijnders, de volgende dag weer vertrekt; Kindel en Drost pakken hem op 24 april 1944 in de trein op; de volgende nacht wordt Rijnders doodgeschoten. Bovendien wordt op de grafzerk van Rijnders vermeld dat hij op 25 april 1944 voor zijn vrienden en vaderland is gevallen. 

Dhr. G. Knol

“Op 9 september 1944 werd het lijk van G.Knol, wachtmeester der Marechaussee te Joure, oud 29 jaar, tussen Ten Boer en Garmerwolde uit het Damsterdiep opgehaald.Het vertoonde twee schotwonden”.

Knol, Geert

Geert Knol, wachtmeester bij de politie, geboren op 12 november 1914 te Stiens, overleden op 9 september 1944 te Den Boer, zoon van Rein Knol en Johanna Krist. gehuwd met Grietje de Jong 


Wordt in verband met het in brand steken van een vrachtauto met 253 radio- toestellen bij Joure, de wmr. der Marechaussee Geert Knol gearresteerd. Op 9 september wordt zijn lijk in het Damsterdiep bij Groningen gevonden.

De wachtmeester bij de marechaussee in Joure was lid van de verzetsbeweging. Op 27 augustus 1944 werd een truck met oplegger in brand gestoken. Deze bevatte 253 radio’s en 40 luidsprekers, die na een gedwongen inlevering in het gemeentehuis van Haskerland waren opgeslagen en die vervoerd zouden worden naar Duitsland.

Drie dagen later werd Knol (schuilnaam ‘Wietze’) door de bezetter gearresteerd, omdat hij werd genoemd als de man die vermoedelijk de Knokploeg over het transport had ingelicht. Bij fouillering vond men enkele exemplaren van het illegale B.B.C. nieuws. Hij werd naar het Scholtenhuis in Groningen overgebracht en aan een zwaar verhoor onderworpen.

Knol bleef echter zwijgen. Op 9 september 1944 vond een schipper het stoffelijk overschot van Knol, gekleed in zijn uniform, in het Damsterdiep bij Ten Boer in Groningen. Hij werd begraven op de Algemene begraafplaats ‘Westermeer’ te Joure. In die plaats is ook een weg naar Geert Knol vernoemd.
bron: Spanvis.com

Biografie

Woonde in Joure. Zoon van brandstoffenhandelaar Rein Knol (23 november 1886 Terwispel – 27 april 1974 gemeente Weststellingwerf) en Johanna Krist (1 april 1888 Terwispel). Huwde met Grietje de Jong. Het echtpaar had een dochter (Wietske). Wachtmeester marechaussee. Geen kerk. Lid verzet onder de schuilnaam Wietze en behorend tot de LO-Sneek. Knol was een veelzijdig verzetsman. Op 27 augustus 1944 stichtte de KP in Joure brand in een truck met oplegger met daarin 253 radio’s en veertig luidsprekers, die na de gedwongen inlevering in het gemeentehuis van Haskerland lagen opgeslagen en bestemd waren voor transport naar Duitsland. Omdat Knol ervan werd verdacht dat hij degene was geweest die het verzet van het transport op de hoogte had gebracht, is hij drie dagen later op het politiebureau in Joure gearresteerd en ontwapend. Bij fouillering vonden de Duitsers ook nog enkele exemplaren van het illegale blad BBC-Nieuws in zijn uniform. Voor ondervraging werd hij naar het SD-hoofdkantoor Scholtenhuis in Groningen vervoerd. Daar is hij zwaar mishandeld. Desondanks gaf hij niets prijs. Op de avond van 7 september 1944 is hij samen met Jan Schulenklopper (6 april 1914 Apeldoorn) in Garmerwolde uit de weg geruimd. Zijn stoffelijk overschot gekleed in uniform werd twee dagen later door een schipper in het Damsterdiep gevonden. In het politierapport en de overlijdensakte staat dat hij op 9 september 1944 om 09.00 uur overleden is bevonden. Die datum houdt ook de Oorlogsgravenstichting aan. Het lichaam van Schulenklopper werd op 11 september 1944 in het Damsterdiep aangetroffen. In Joure is de Geert Knolweg naar de verzetsstrijder vernoemd. Zijn naam staat voorts op de noordmuur van de Nederlands Hervormde Kerk in de Midstraat te Joure. Bron: tracesofwar.nl

Naam:Knol, Geert
Schuilnamen:Wietse
Verzetsgroep:PV; LO
Gebeurtenis:Gearresteerd in de marechausseekazerne [zie ook het boek Een laatste saluut, blz 281], 1944-08-30, gevangen gezeten in het Scholtenshuis
Verzetsactiviteiten:Verzet in Friesland
Standplaats:Joure
Beroep:Wachtmeester der marechaussee
Geboren:1914-12-12 te Stiens (Fr.)
Overleden:1944-09-09
Bijzonderheden:Bij Garmerwolde door de SD vermoord en in het Damsterdiep gegooid [net als Jan Schulenklopper]
bron: groningerarchief

Dhr. J. Schulenklopper.

Op 11 september 1944 werd het lijk van J. Schulenklopper, oud 31 jaar, Opperwachtmeester van de Staatspolitie te ’s Gravenhage, tussen Ten Boer en Garmerwolde uit het Damsterdiep opgehaald. Het lijk vertoonde enige schotwonden.

bron: De Zwerver januari 1946
bron: Arnold Karskens

Jan Schulenklopper, geboren op 6 april 1914 te Apeldoorn, overleden op 7 september 1944 te Garmerwolde door de SD vermoord en in het Damsterdiep gegooid (Net als Geert Knol) Zoon van Hendrik Schulenklopper en Martha van Asselt. Gehuwd met Berendje Mons.

Opperwachtmeester Staatspolitie. Herv. Lid verzet onder de schuilnamen Jelle en Hidde. Hij was waarnemend leider van de KP-Sneek III. Schulenklopper werd gearresteerd (op aanwijzing van de verrader Klaas Carel Faber, een Nederlands-Duitse oorlogsmisdadiger) door enkele SD’ers onder leiding van Fritz Grundmann. Na verhoor te Leeuwarden werd hij één dag later overgebracht naar het SD-bolwerk Scholtenshuis in Groningen. Gedurende de verhoren daar werd hij zwaar mishandeld. Op 7 september 1944 werd zijn lijk met enkele schoten in het hoofd gevonden in het Damsterdiep. Bron: Spanvis.com

Wintertijd

bron: Het Noorden in woord en beeld 22 februari 1929

Kaakheem

bron: Het Noorden in woord en beeld 1927-1928 16 maart
bron: Het Noorden in woord en beeld 10 juli 1931

Bronnen: Groninger archief, verzetsmuseum Amsterdam, boek Inundatie 1944-1945, in woord en beeld, tracesofwar.nl., Spanvis.com, Arnold Karskens, De Zwerver, Het Noorden in woord en beeld en ons eigen archief (chvtb).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Het modereren van reacties is ingeschakeld. Het kan even duren voordat je reactie wordt weergegeven.